Lerarentekort is nog niet aan de orde
Al jarenlang wordt er gewaarschuwd voor een dreigend lerarentekort, maar daar hebben jonge leraren weinig aan. Ze rijgen tijdelijke contracten aaneen of vinden helemaal geen baan.
Driekwart van de leraren die in 2011 aan de pabo afstudeerden, heeft nog steeds een tijdelijke baan zonder uitzicht op een vast contract, meldt het Centraal Planbureau (CPB). De vooruitzichten voor de afgestudeerden van 2012 zijn niet gunstiger.
Zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs is het aantal vacatures afgelopen jaar flink gedaald, en elk jaar vragen meer leerkrachten een uitkering aan. Vooral jonge juffen en meesters zijn de pineut: van hen is bijna elf procent anderhalf jaar na afstuderen werkloos. Vier jaar geleden was dit nog maar 2,5 procent.
Tot 2015 bevatten de verwachtingen van het CPB weinig goed nieuws voor pabo-studenten. Het voorspelde lerarentekort komt pas na 2015 op gang, maar het wordt tot 2025 wel steeds groter. Dat komt vooral doordat er de komende jaren steeds minder studenten aan de pabo afstuderen én doordat het onderwijs een enorm vergrijsde sector is: over een paar jaar gaat een groot deel van het personeel met pensioen.
In het voortgezet onderwijs ontstaan de grootste tekorten in 2015 en 2016, maar die nemen daarna weer wat af. De piek wordt veroorzaakt door een geboortegolfje aan het begin van het millennium. Op den duur trekt dat weer bij, maar aan eerstegraadsdocenten blijft een schreeuwende behoefte: de oudere leraren die met pensioen gaan zijn vaak hoger opgeleid dan de jongere én er gaan steeds meer kinderen naar havo en vwo. In de ramingen gaat het CPB er overigens vanuit dat ook eerstegraads docenten met een hbo-master overal kunnen blijven lesgeven.
Het CPB adviseert de minister van Onderwijs om scholen tijdelijk extra geld te geven zodat ze jongeren kunnen aannemen die misschien nu nog niet nodig zijn, maar over een paar jaar wel. Die startende leraren zouden dan ook beter begeleid moeten worden, bijvoorbeeld door hen te koppelen aan oudere collega’s. Het planbureau pleit verder voor hogere salarissen voor eerstegraadsleraren in de tekortvakken. Ook een ‘voltijdsbonus’ of een ‘intredebonus’ zou het beroep aantrekkelijker kunnen maken voor academici.
Minister Bussemaker laat in haar reactie weten dat er al overheidsprogramma’s lopen om academici te enthousiasmeren voor een carrière in het onderwijs, bijvoorbeeld het traineeship ‘Eerst de Klas’. Een hoger salaris vindt ze de verantwoordelijkheid van de sociale partners, maar dankzij het Nationaal Onderwijsakkoord krijgen scholen wel eenmalig 150 miljoen euro om in 2014 startende leraren aan te nemen. Verder hoopt ze dat meer studenten voor de pabo kiezen, nu de kwaliteit van de opleidingen omhoog gaat.