LSVb maakt ranking van woonbeleid: dure vergunningen spelen Utrecht parten

Voor de derde keer heeft de LSVb een ranking gemaakt van het woonbeleid van studentensteden, in samenwerking met Vastgoed Belang (particuliere verhuurders) en Kences (studentenhuisvesters).

Maastricht geeft studenten goede (Engelstalige) informatie over onder meer het zoeken van een woning en de rechten van huurders, stelt de LSVb. Bovendien heeft de stad allerlei projecten op touw gezet om het wonen aangenamer en veiliger te maken.

Camping
Tilburg eindigt onderaan, onder meer omdat internationale studenten aan het begin van het studiejaar op een camping moesten overnachten: ze konden nog geen kamer krijgen. De stad wist de groei van het hoger onderwijs niet bij te benen, oordeelt de jury.

Amsterdam staat op nummer twee, al heeft de stad het grootste kamertekort van Nederland. Dat geeft dus niet de doorslag.

In de ranking kijkt de LSVb onder meer naar de vrijheid die particuliere verhuurders van de gemeente krijgen om in hun panden studentenwoningen te creëren, maar ook hoe de samenwerking van de gemeente met de studentenhuisvesters loopt. Daarnaast zijn er voor de ranglijst punten te verdienen met goede informatievoorziening en speciale projecten.

Utrecht
In Utrecht blijkt vooral het eerste aspect problematisch. Van alle grote steden is het in Utrecht het lastigst om een bestaande woning om te zetten naar een studentenhuis. Huiseigenaren moeten daarvoor dure vergunningen aanvragen. Verder zijn er waarschijnlijk meer projectplannen als Utrecht zijn eigen ambities voor het terugdringen van het kamertekort (neer dan 2500 extra woningen per 2023) wil waarmaken. 

Voor het overige zijn er vooral veel complimenten. De gemeentelijke informatievoorziening is op orde en studentenhuisvester en studentenvertegenwoordigers zijn tevreden over de samenwerking met de gemeente. De uitbreiding van de activiteiten van het huurteam, waar studenten met klachten kunnen aankloppen, naar de hele regio Utrecht wordt gewaardeerd.