Maastricht en Tilburg kunnen fluiten naar extra geld

De universiteiten van Maastricht en Tilburg krijgen niet de extra miljoenen waar het op had gerekend. De Raad van State oordeelde dat overheid niet hoeft te betalen.

Een foutje moet kunnen. Daar komt kort gezegd de uitspraak op neer die de Raad van State zojuist publiceerde. In 2009 schreef de toenmalige minister van Onderwijs in een brief aan de Kamer dat de universiteiten van Rotterdam, Tilburg en Maastricht van 2008 tot 2011 recht zouden hebben op 6 miljoen euro extra per jaar, per instelling.

Maar dat bleek een fout. De 6 miljoen moest namelijk worden verdeeld over de drie universiteiten. Dit stond wel duidelijk in de bijlagen, maar in de brief zelf ging er kennelijk iets mis.

De universiteiten van Tilburg en Maastricht legden zich daar niet bij neer en eisten alsnog het extra geld, omdat bij hen “het gerechtvaardigde vertrouwen is gewekt” dat zij een aantal jaar een rijksbijdrage van 6 miljoen euro zouden ontvangen.

Bij de rechter kregen de twee ongelijk, waarna ze naar de Raad van State stapten. Die gaat ook niet mee in hun redenering en oordeelt vandaag dat de twee universiteiten hadden kunnen weten dat het van meet af aan de bedoeling was om het geld te verdelen. Het stond immers duidelijk in de bijlagen bij de bewuste brief.

Omdat de drie universiteiten zogeheten jonge universiteiten zijn, krijgen ze om allerlei historische redenen minder geld van de overheid dan de oudere universiteiten. De extra bekostiging waar het conflict om draait, is bedoeld om die scheve verdeling enigszins recht te trekken.

De universiteiten van Tilburg en Maastricht konden nog niet reageren.

Advertentie