Meer Artificial Intelligence is slimme zet, denkt Rathenau
Het Nederlandse onderzoek naar kunstmatige intelligentie krijgt 226 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds, werd in april bekend. Dat bedrag is deel van een investeringsprogramma van 2,1 miljard euro in de jaren tot 2027.
Veel geld dus, maar is het genoeg? Het Rathenau Instituut heeft zijn twijfels. Grootmachten als China en de Verenigde Staten zitten ook niet stil. De verwachtingen rond kunstmatige intelligentie zijn nu eenmaal hooggespannen.
Kleine speler
Nederland heeft momenteel al geen voorsprong, blijkt uit de factsheet. We zijn relatief een “kleine speler”. Van de 314 duizend AI-publicaties in de jaren 2013-2018 waren er vierduizend van Nederland. Dat is 1,3 procent.
Ter vergelijking, Nederland is goed voor 2,1 procent van alle wetenschappelijke artikelen, reviews en conferentie papers. Op andere wetenschapsgebieden drukken Nederlandse onderzoekers dus sterker hun stempel.
Van de 66,5 duizend AI-onderzoekers in de wereld hebben er duizend een periode in Nederland gewerkt. Dat is 1,5 procent, terwijl dat in alle vakgebieden bij elkaar twee keer zo vaak het geval is: 2,9 procent.
Lichtpuntje
Een lichtpuntje is dat het Nederlandse onderzoek relatief veel impact heeft. Amerikanen en Canadezen scoren beter – hun onderzoek wordt vaker geciteerd door vakgenoten – maar daarna volgen de Britse en Nederlandse onderzoekers op een vrijwel gedeelde derde plaats, terwijl ze bijvoorbeeld Chinese en Japanse onderzoekers ruim achter zich laten.
Maar in China groeit het onderzoek op dit gebied de laatste jaren tamelijk hard en ook de Verenigde Staten is Europa aan het inhalen. Bovendien heeft de VS bedrijven als Google in huis.
Een goede vergelijking met andere landen blijft wel lastig, zegt onderzoeker Alexandra Vennekens van het Rathenau Instituut. Je weet niet precies wat er van de plannen en investeringen terechtkomt, en ook niet hoe de verschillende uitgaven te vergelijken zijn. “Maar je kunt niet zeggen: we hebben al een plan voor extra investeringen, dus het zit wel goed in Nederland. Zo simpel kun je deze kwestie niet wegwuiven.”