Meer coronaproblemen bij ouderejaars dan bij eerstejaars; UU biedt extra steun
De UU heeft besloten om aanvullende maatregelen te nemen om het welzijn van studenten te verbeteren. Aanleiding daarvoor is een enquête die door een vijfde van de 30.000 UU-studenten is ingevuld. Daaruit blijkt dat er reden is tot zorg.
In een nota die eind vorige maand naar de universiteitsraad ging, staan enkele nieuwe initiatieven genoemd. Voor sommige daarvan is het wachten wel op het einde van de lockdown. Het gaat onder meer om:
- Meer mogelijkheden om studieplekken te reserveren om samen te werken.
- Uitbreiding van de mogelijkheden voor onderwijs of onderwijsgerelateerde activiteiten op locatie.
- Meer sociale activiteiten op locatie, bijvoorbeeld door studieverenigingen ruimten te laten reserveren.
- Doorlopende activiteiten die te maken hebben met psychische gezondheid en een betere balans tussen studie en ontspanning, denk aan lezingen, workshops en (sport)activiteiten.
- Uitbreiding van het aantal studentenpsychologen en verbeteren van de bereikbaarheid van studentenpsychologen.
De nieuwe acties volgen op antwoorden van studenten op specifieke vragen naar hun welzijn. Deze vragen waren na blok 1 voor het eerst toegevoegd aan de enquête die UU-studenten ook na blok 3 en blok 4 van het vorige academisch jaar was voorgelegd. Daarin wordt studenten gevraagd naar hun oordeel over het UU-onderwijs in coronatijd.
Vermoeidheid slaat toe
Uit het onderzoek blijkt dat het eerstejaars studenten beter lijkt te vergaan dan ouderejaars. Beginnende Utrechtse studenten geven gemiddeld een 6,7 als cijfer voor hun ‘algemene welbevinden’ in blok 1. Gevorderde studenten blijven daar met een 6,1 behoorlijk bij achter. Eerstejaars zijn ook beter te spreken over het online onderwijs van de UU dan gevorderde studenten.
De afgelopen maanden klonken er vooral zorgen over de ‘corona-vwo’ers’ die met een universitaire opleiding begonnen aan een universiteit die ze helemaal niet leerden kennen. Het onderzoek lijkt dat beeld te nuanceren. Daarbij moet wel worden aangetekend dat er grote verschillen zijn tussen studenten, en ook binnen de groepen eerstejaars en ouderejaars.
In de rapportage aan de U-raad, worden enkele mogelijke verklaringen geopperd voor de gemiddeld grotere tevredenheid van eerstejaars. Zo weten zij nog niet wat ze mogen verwachten van een universitaire opleiding en kunnen ze geen vergelijking maken met de situatie van voor de coronacrisis.
Ook kregen beginnende studenten voorrang toen fysiek onderwijs nog mogelijk was en werd er door opleidingen extra zorg aan deze studenten besteed. In de enquête blijken eerstejaars inderdaad iets tevredener over de steun die ze van de universiteit krijgen dan ouderejaars. Gemiddeld genomen zijn UU-studenten overigens redelijk te spreken over die ondersteuning van hun welbevinden, met een score van 3 op een schaal van 5.
Een laatste verklaring die wordt genoemd is dat ouderejaars nu voor het derde blok achtereen, al meer dan driekwart jaar, te maken hebben met online onderwijs. De vermoeidheid lijkt daardoor toe te slaan.
Meer contact
Hoewel de meeste studenten zeggen ook thuis over een studeerplek en computer te beschikken, is er zeer grote behoefte aan studie- en samenwerkplekken op de universiteit of in de vestingen van de Universiteitsbibliotheek. De belangrijkste redenen lijken te zijn dat ze zich daar beter kunnen concentreren en ook andere studenten kunnen ontmoeten.
Studenten geven ook aan vooral voor die twee zaken meer hulp van de universiteit te verwachten, waarbij eerstejaars vooral de contacten met andere studenten missen en ouderejaars een plek om ongestoord te studeren. Ook is er vraag naar meer ondersteuning bij de planning en het structuren van de studie.
Veel studenten zijn daarnaast kritisch over meerdere aspecten van het online onderwijs, dat was in de eerdere enquêtes ook al het geval. Zo zouden ze graag meer uitleg en begeleiding willen. Toch oordelen studenten gemiddeld ook neutraal over de kwaliteit van hun online onderwijs.
Reden tot zorg
Ook voor hun algemene welbevinden geven UU-studenten dus een voldoende, een 6,3. Toch zien de onderzoekers reden tot zorg. In open vragen noemen studenten vaak problemen met mentale belasting, vermoeidheid en eenzaamheid. Eén op de zeven studenten zegt bezorgd te zijn over hun geestelijk welzijn. Meer dan één op de drie studenten vindt ook dat de universiteit op dit vlak meer hulp zou moeten bieden.
Dat studenten het mentaal zwaar hebben door corona was natuurlijk al langer bekend. De UU nam ook al eerder actie om studenten te ondersteunen, onder meer door extra studieplekken te creëren en extra begeleiding mogelijk te maken, bijvoorbeeld door studieadviseurs en tutoren.
Het deelrapport is met Solis-inlog hier terug te lezen.