Meeste proefpersonen worden blij van medisch onderzoek

Verreweg de meeste proefpersonen zijn enthousiast na hun deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek. Maar sommige hebben het minder goed getroffen. “Je bent net een proefkonijn.”

Het lijkt wel een feestje. Gemiddeld geven proefpersonen een 8 voor hun ervaringen in medisch-wetenschappelijk onderzoek. Negen op de tien zouden waarschijnlijk nog wel een keer meedoen. Dat blijkt uit een enquête voor het ministerie van Volksgezondheid onder ruim duizend proefpersonen.

Toch was het voor sommigen eens, maar nooit weer. “Het was een heel vies onderzoek. Je moest smaken testen en dan keken ze hoe je brein daarop reageert”, antwoordt iemand. “Aangezien de smaken heel vies waren moest ik bijna overgeven.” Een ander klaagt over chantage om mee te doen aan het onderzoek. “Nu geopereerd worden of zes weken wachten.”

Natuurlijk hadden sommige experimentele medicijnen onplezierige bijwerkingen en voelden deelnemers zich soms nog zieker dan ze al waren. Ook om praktische redenen doen sommigen liever niet meer mee: “We moesten steeds opletten dat je je behoefte op de goede wc deed en niet vergeten op te sturen.”

Maar de goede ervaringen worden ook gedeeld. De meeste enthousiastelingen prijzen de informatievoorziening, maar er zijn ook andere redenen om best nog eens mee te doen aan wetenschappelijk onderzoek. “De onderzoeker was mij dankbaar!”, antwoordt iemand. Een ander houdt het algemeen nut voor ogen: “Dit is een kleine bijdrage aan een betere en mogelijk efficiëntere gezondheidszorg.” Of iets prozaïscher: “Betaalde goed.”

Er zijn twee soorten proefpersonen: gezonde mensen die op een advertentie reageren en patiënten die tijdens hun behandeling gevraagd worden om mee te doen. De een krijgt betaald, de ander meestal niet. 

Advertentie