Minder geld voor onderwijs dan gedacht
Onderwijs en onderzoek krijgen er geen 650 miljoen euro bij, maar zo’n vijfhonderd miljoen. Dat blijkt uit een toelichting op het akkoord met oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP.
“Wij hebben altijd gezegd: er komt vijfhonderd miljoen euro bij voor onderwijs en onderzoek”, zegt onderwijswoordvoerder Paul van Meenen (D66). Hier komt geld bij en daar wordt wat bezuinigd, “maar onder de streep gaat het om een half miljard extra. Dat is toch goed nieuws?”
Het leek een eenvoudige optelsom: er komt op termijn vijfhonderd miljoen euro voor onderwijs bij en nog eens honderd miljoen voor onderzoek. In het eerste jaar komt er zelfs 650 miljoen euro bij. Zo staat het in de tabellen van de begrotingsafspraken.
Maar dat was buiten de ‘prijsbijstelling’ gerekend. Ministeries krijgen minder geld om de inflatie bij te benen. Daarover stuurde minister Dijsselbloem van Financiën gisteren een brief aan de Tweede Kamer.
In principe verruimt het kabinet elk jaar het budget van de ministeries om de stijgende prijzen te kunnen blijven betalen. Daarop bezuinigt het kabinet nu in totaal 480 miljoen euro. Meer dan één derde daarvan komt voor rekening van het ministerie van OCW: 168 miljoen euro. Al met al gaan onderwijs en onderzoek er dus iets minder op vooruit dan gedacht.