Debat:
Minder stageplaatsen door verplichte stagevergoeding?

“Sommige studenten verdienen maar drie euro per uur”, houdt ISO-voorzitter Mylou Miché de aanwezigen in Nieuwspoort voor. Een achttienjarige in de supermarkt krijgt al twee keer zoveel en voor een twintiger is het loon zelfs drie tot vier keer zo hoog.
En dan mogen studenten met drie euro per uur nog van geluk spreken. Van de mbo-stagiairs krijgt iets meer dan de helft helemaal niets. Of kijk naar de hbo-leraren in spe. Zij staan geregeld in hun eentje voor de klas, maar krijgen voor zestig procent van de stages geen rooie cent.
Onbetaalde stage
“Stagevergoedingen zijn geen gunst, maar een recht.” Miché richt zich vooral op de aanwezige Tweede Kamerleden, die voor de verandering niet zelf het woord voeren maar als publiek in de zaal zitten. Over twee weken gaan zij om de hoek met de minister van Onderwijs in debat over stagevergoedingen in het mbo, hbo en wo. Moet een stagevergoeding inderdaad een ‘recht’ worden?
Om het Kamerdebat vast hun kant op te duwen, zetten studentenbond ISO, JOBmbo en CNV Jongeren nog eens de argumenten op een rij. Studenten hebben het al niet breed, de prestatiedruk is hoog en de mentale gezondheid is kwetsbaar. Wie weinig geld heeft kan zich geen onbetaalde stage veroorloven, terwijl die soms een verplicht onderdeel van de opleiding is.
Niet in de wet
Vorige week liet ook minister Bruins aan de Tweede Kamer weten dat hij iedereen een “passende vergoeding” gunt, maar hij gaat het niet wettelijk afdwingen. Hij hoopt dat werkgevers en vakbonden een vergoeding in de cao opnemen. Nu is dat in 17 procent van de collectieve arbeidsovereenkomsten geregeld.
Ook Joany Krijt volgt liever de cao-route, zegt ze in de paneldiscussie die volgt op het pleidooi van de studenten. Krijt is voorzitter van het college van bestuur van MBO Utrecht en cao-onderhandelaar namens roc’s. Ook in hun cao (roc’s hebben zelf immers ook stagiairs in huis) heeft ze een stagevergoeding van 250 euro opgenomen.
“Als je een bedrag in de wet zet”, zegt Krijt, “gaan werkgevers daar naartoe bewegen. Ik weet dat sommige stagevergoedingen veel hoger zijn dan 250 euro. Een IT-stagiair kan wel 1000 euro per maand krijgen. Dat zou ik hun niet willen ontzeggen.”
Zwakke positie
Maar de cao-route is ook gebrekkig. Een kwart van de werknemers in Nederland heeft überhaupt geen cao, zegt voorzitter van CNV Jongeren Casper Cornelisse. “Dat zijn vaak bedrijven in nieuwe sectoren, in de tech bijvoorbeeld, en daar zitten ook veel jongeren.” In plaats van de cao-route denkt ook ISO daarom eerder aan een wettelijke minimumvergoeding van 500 euro per maand, zegt Miché.
En studenten staan bovendien “zwak” in de cao-gesprekken over een stagevergoeding, ziet CNV-onderhandelaar Mirjam van Leussen. “Als vakbond moeten we het hebben van de actiebereidheid van leden. Studenten zijn vaak geen lid. Ze zijn met weinig en ze zijn maar kort bij een organisatie. We zijn uiteindelijk dus afhankelijk van de goede wil van bedrijven.”
Daarnaast geldt een cao voor werknemers en dat zijn stagiairs nou net niet. Ook al zullen ze vaak genoeg gratis werk doen: het idee is dat stages een leerplek zijn, benadrukt Arend Hardorff, bestuurder van de Haagse Hogeschool.
Tekort aan begeleiders
In de zorg zijn stages soms lastig te regelen, ziet Hardorff. “We remmen bijvoorbeeld de instroom bij de diëtistenopleiding bewust iets af, omdat in het werkveld niet genoeg stagebegeleiders zijn. En een verplichte vergoeding leidt dan niet meer stageplekken.”
Hardorff is “principieel voor een verplichting”. Volgens hem heeft een derde van de studenten die bij een decaan aanklopt financiële stress. Van onbetaalde stages leer je volgens hem ook minder: “Studenten zijn dan minder gemotiveerd. En bedrijven zullen denk ik de begeleiding serieuzer nemen als ze ook voor een stage betalen.”
Aanwezige Tweede Kamerleden verschillen onderling van mening over deze kwestie. Mikal Tseggai (GroenLinks-PvdA) pleit al langer voor een verplichte stagevergoeding. PVV-er Nico Uppelschoten daarentegen zegt na afloop niets te voelen voor een verplichting. In de cao hoort het niet en in de wet heeft het geen zin, is zijn overtuiging. Hij gunt stagiairs hun vergoeding, maar: “Laat dat gewoon aan de werkgevers over.”