Minister Bussemaker krijgt weinig weerwoord
Studenten en docenten hebben de aftrap van de HO-Tour van minister Bussemaker niet aangegrepen om te protesteren tegen het leenstelsel. Zelfs de LSVb denkt constructief mee over de investeringen uit de opbrengst.
Het komende halfjaar mogen studenten, docenten en bestuurders met de minister praten over de toekomst van het hoger onderwijs. Ze gaat op tournee langs universiteiten en hogescholen en trapte maandag af bij Stenden Hogeschool in Leeuwarden.
Wie had verwacht dat de zaal vol zou zitten met boze studenten, kwam bedrogen uit. Ook de Landelijke Studenten Vakbond, die in november wil gaan demonstreren tegen de bezuiniging op de basisbeurs, maakte niet van de gelegenheid gebruik. In plaats daarvan presenteerde vicevoorzitter Ellen Schepens een top vijf van wensen die betaald kunnen worden met de 625 miljoen euro die het leenstelsel op termijn zal opbrengen.
Flexibilisering van het onderwijs staat het hoogst op het verlanglijstje van de LSVb: studenten die daar behoefte aan hebben, zouden per jaar moeten kunnen beslissen hoeveel studiepunten ze willen behalen. Zeker de ouderejaars onder hen zouden bovendien meer vrijheid moeten krijgen om van het standaardprogramma af te wijken.
Minister Bussemaker liet meteen al weten dat ze daar niet veel voor voelt. Flexibiliteit klinkt leuk, zei ze, maar de keerzijde is dat veel studenten zich verloren voelen als een onderwijsprogramma weinig structuur biedt. Zij verwacht meer heil van onderwijs in kleinere groepen; dat geeft studenten meer houvast.
Bussemaker vertelde dat zij studenten het liefst opgeleid ziet worden als ‘competente rebellen’. In haar ogen zijn afgestudeerde jongeren creatieve dwarsdenkers en constructieve neezeggers.
In de top vijf van de LSVb-wensen stond niets over internationalisering, terwijl dat juist het centrale thema was van de bijeenkomst in Leeuwarden. Stenden is de hogeschool die daar het meest mee bezig is.
Het bleek een politiek neutraal onderwerp, waardoor de bijeenkomst in alle rust verliep. Vier internationale studenten van Stenden vertelden enthousiast over hun studie in het buitenland. Nederlandse studenten zijn in het algemeen minder geneigd om hun ‘comfort zone’ te verlaten. Bussemaker zou graag zien dat onderwijsinstellingen studenten aanmoedigen om ten minste een deel van hun opleiding in het buitenland volgen, zei ze, al maakte ze niet duidelijk hoe zich dat verhoudt tot haar eerdere opmerking dat studenten graag houvast hebben.
Minister Bussemaker liet in het midden of ze een deel van de opbrengst uit het leenstelsel aan internationalisering zou willen besteden. Wel benadrukte ze dat internationalisering onderdeel moet uitmaken van elk onderwijsprogramma, al is het maar in de vorm van gastcolleges door buitenlandse docenten. Helemaal niets doen aan internationalisering is volgens haar geen optie meer.
De eerstvolgende halte van de HO-Tour is de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, waar de doorstroom in de beroepskolom en de aansluiting op de arbeidsmarkt op de agenda staan.