Minister die ingrijpt bij wanbeheer? Let op de academische vrijheid!
Na een reeks van incidenten met wanbeheer in het onderwijs diende het kabinet een wetsvoorstel in dat de minister van Onderwijs de macht geeft om met spoed een bestuurder weg te laten sturen. Gisteren heeft de Tweede Kamer daarmee ingestemd.
De bestuurders van universiteiten balen van deze wet. Ze waarschuwden voor opportunisme bij toekomstige bewindslieden: wie bepaalt immers of er sprake is van wanbeheer? Ook allerlei Kamerleden aarzelden.
Uitzondering
De PvdA wilde zelfs het wetenschappelijk onderwijs van deze wet uitzonderen om de academische vrijheid te bewaken. Maar de minister wist de onrust te sussen en stelde dat ‘wanbeheer’ niet over de inhoud van het onderzoek gaat. Dat PvdA-voorstel is weer ingetrokken.
Het kan bijvoorbeeld gaan om financieel wanbeheer of regelrechte bedreiging van studenten en personeel, maar ook om een schending van de ‘burgerschapsopdracht’, als de onderwijsbestuurder in strijd met de democratische rechtsstaat handelt.
Wel moet de minister, bij ingrijpen in het hoger onderwijs, expliciet de bescherming van de academische vrijheid bij zijn afweging betrekken. Dat staat in een motie van PvdA en GroenLinks die gisteren eveneens is aangenomen.
Voorkomen
Maar voorkomen is beter dan genezen. GroenLinks denkt dat een sterke medezeggenschap de kans op wanbeheer kleiner maakt en diende daarom enkele amendementen in. Een daarvan heeft het gehaald. Voortaan moet het college van bestuur bij alle voorstellen aan de medezeggenschap laten weten of de leden ‘adviesrecht’ dan wel ‘instemmingsrecht’ hebben. Dan kan daarover geen misverstand meer ontstaan.
De oppositiepartij wilde eigenlijk ook dat de medezeggenschapsraad bestuurders zou kunnen laten wegsturen in geval van wanbeheer. “Leerlingen, docenten, studenten en ouders in de medezeggenschapsraad signaleren al in een vroeg stadium dreigende misstanden”, staat in de toelichting op een amendement. “Door hen meer bevoegdheden te geven kan voorkomen worden dat situaties escaleren en uiteindelijk de minister genoodzaakt is tot ingrijpen.”
Dat amendement haalde het dus niet, net zomin als een amendement van GroenLinks en SP dat de medezeggenschap macht zou geven over de bezoldiging van de raden van toezicht.