Minister over GroenLinks-kamerlid: ‘Fact free politics over de rug van studenten’
VVD en met name D66 hadden geen goed woord over voor “de draai” die GroenLinks begin deze week maakte. De partij trok de handen af van het leenstelsel, nadat Tweede Kamerlid Özdil zich in dagblad Trouw distantieerde van “het verrotte systeem”. Opmerkelijk, aangezien partijleider Jesse Klaver in 2014 nog aan de basis van het sociale leenstelsel stond.
“GroenLinks stookt het vuur van onzekerheid op door zijn afspraken niet na te komen”, zei D66-Kamerlid Paul van Meenen. Hij vindt het bovendien onverantwoord dat de partij nog niet met een alternatief is gekomen. “Dit is de reden dat jongeren vertrouwen verliezen in de politiek.”
Doorstroom
Minister Van Engelshoven viel haar partijgenoot bij. “Het staat iedereen vrij om volstrekt out of the blue terug te komen op een afspraak, dat laat vooral zien wat voor partner je bent.” Ze maakt zich “heel erg boos” over een aantal beweringen die Özdil deed, die volgens haar “bezijden de werkelijkheid zijn.”
Zo stelde hij dat de doorstroom van havisten en mbo’ers naar het hbo stokt en dat het terugbetalen van een studielening kan oplopen tot “honderden euro’s per maand” wanneer iemand iets meer verdient dan het minimumloon. “Uit geen enkel cijfer blijkt een forse terugloop van de doorstroom als gevolg van het leenstelsel”, reageerde de minister op zijn eerste bewering.
Van Engelshoven haalde ook Özdils tweede stelling onderuit: “Als je modaal verdient, wat ruim boven het minimumloon is, betaal je nooit meer dan 47 euro per maand terug. Bij twee keer modaal kom je alleen met een heel forse lening boven de honderd euro uit, laat staan honderden euro’s.” De minister wond zich zichtbaar op. “Ga de leenangst niet aanjagen met onjuiste feiten. Dat is fact free politics over de ruggen van studenten.”
Collegialiteit
Ook tussen coalitiepartijen CDA en ChristenUnie aan de ene kant en D66 aan de andere kant ontstond onenigheid, ditmaal over de renteverhoging op studieschulden. Als dit plan door de Eerste Kamer komt, zijn studenten met een gemiddelde lening (21 duizend euro) en een bovenmodaal inkomen na 35 jaar aflossen zo’n 5 duizend euro meer kwijt. D66 benadrukte nog maar eens dat ze geen voorstander is van deze renteverhoging, die uit de koker van CDA en ChristenUnie komt.
CDA-Kamerlid Van der Molen reageerde woedend: “Dit is het slechtste voorbeeld van collegialiteit in de coalitie dat ik heb meegemaakt. Ook ik heb mijn handtekening staan onder afspraken waar ik grote bedenkingen bij heb, maar dan probeer ik mij te verplaatsen in D66.” Hij verwees naar het leenstelsel, waar het CDA tegenstander van is. “In dit soort debatten hoor je niet naar anderen te wijzen.”
Chagrijn
Tussen de woordenwisselingen door ging het debat ook nog over de voorinvesteringen in het hoger onderwijs. In afwachting van de basisbeursmiljoenen beloofden universiteiten en hogescholen dat zij tussen 2015 en 2017 uit eigen vermogen alvast 600 miljoen euro extra zouden investeren in hun onderwijs. Op die manier konden ook studenten zonder basisbeurs meteen profiteren.
De instellingen claimden dat ze 860 miljoen hadden uitgegeven, maar de Algemene Rekenkamer kon van maar 280 miljoen euro vaststellen dat het echt om extra uitgaven ging. Een bijna even groot bedrag (250 miljoen) was geen voorinvestering en van 330 miljoen viel het niet te achterhalen.
Dat heeft tot veel chagrijn geleid, bevestigde Van Engelshoven nog maar eens. Ze wil een punt zetten achter het debat over de voorinvesteringen. De belangrijkste les die ze heeft getrokken: de afspraken met de Vereniging Hogescholen en universiteitskoepel VSNU hadden veel preciezer moeten zijn. “Het is niet goed gegaan, we hadden per instelling moeten bepalen waar het geld heen zou gaan en waar het vandaan zou komen.”
Bij de kwaliteitsafspraken is dat volgens de minister allemaal beter geregeld. Er geldt nu een systematiek waarop ze instellingen kan afrekenen. “De afspraken zijn niet vrijblijvend.”
Tegoedbonnen
Meerdere Kamerleden wilden weten of de uitbetaling van de studievouchers (ter waarde van 2.000 euro) echt niet vervroegd kan worden. De eerste vier lichtingen ‘pechstudenten’ zonder basisbeurs kunnen die tegoedbonnen nu pas vijf tot tien jaar na afstuderen verzilveren. Ze kunnen het niet gebruiken om bijvoorbeeld het collegegeld voor een masteropleiding te betalen.
Van Engelshoven herhaalde nogmaals dat het vervroegen technisch niet uitvoerbaar is voor DUO. “Maar als de Kamer persisteert, dan zal het wel moeten. Ik ben op dit moment huiverig om dit soort veranderingen in het systeem aan te gaan.” De SP wilde van de minister weten wat het kost om de uitkering van de studievouchers toch te vervroegen. Ze gaat dat uitzoeken.