Onder wie twee Utrechtse universiteitsraadsleden

Minister praat met tien studenten over Palestinaprotesten

 walk out palestina protest
Walk out bij het Bestuursgebouw op 13 mei. Foto DUB

Kon je als student veilig je stem laten horen? Wat was de impact van de demonstraties op studenten? En hoe goed was de informatievoorziening? Het waren onderwerpen die minister Eppo Bruijns afgelopen maandag voorlegde aan tien studenten uit onder meer Amsterdam, Utrecht, Leiden, Groningen en Nijmegen. Ze waren door het ministerie gevraagd om hem te informeren over de sfeer op de universiteiten tijdens de pro-Palestinademonstraties van het afgelopen voorjaar. 

De vraag kwam ook binnen bij de Utrechtse Universiteitsraad. Sven Hospers van de Vrijmoedige Studenten Partij (VSP) en Anne van de PvdUs meldden zich aan. Sven kijkt terug op een interessant gesprek. “De minister stond open en welwillend tegenover de mening van de studenten.” Hij zag wel dat de meeste studenten vooral het standpunt van de demonstranten verdedigden en vonden dat hun Colleges van Bestuur te weinig luisterden naar de actievoerders en ze veroordeelden de politieacties die in verschillende steden heeft plaatsgevonden.

“Die inzichten zijn zeker ook waardevol, maar het geschetste beeld was hierdoor wel wat eenzijdig. De stem van de studenten die niet betrokken waren bij de acties werd zo buiten beschouwing gelaten. Wij hebben geprobeerd namens de Utrechtse student dat perspectief ook naar voren te brengen. Zo zijn er studenten die vinden dat het Utrechtse bestuur wel degelijk een luisterend oor had en moeite heeft gedaan met actievoerders in gesprek te gaan. Ook zijn er studenten die het belangrijk vinden dat er vanuit het bestuur aandacht was voor gevaarlijke situaties, zoals geblokkeerde nooduitgangen.”

De minister gaf niet zelf een mening, maar aan het eind van het anderhalf uur durend gesprek liet hij wel weten dat hij vanuit het ministerie nooit een boycot van Israëlische of Palestijnse universiteiten zou opleggen. 

Een woordvoerder van het Ministerie van Onderwijs vertelt dat de minister vaker dit soort gesprekken organiseert. “De ene keer is dat met studenten, de andere keer met medewerkers. Wij doen ons best om bij die gesprekken een zo veelzijdig mogelijk beeld te krijgen wat er leeft op de Nederlandse universiteiten.” 

Advertentie