Minister steunt kleine studies niet

Kleine studierichtingen als Portugees hebben geen bescherming van de overheid nodig, vindt minister Jet Bussemaker van Onderwijs. Ze mogen verdwijnen, als er geen belangstelling meer voor is.

Gisteravond diende SP-kamerlid Jasper van Dijk een motie in, die de regering oproept “te bezien hoe bedreigde studierichtingen beschermd kunnen worden”. Hij verwijst naar studies als Duits, Frans, Portugees en theologie.
Bussemaker ziet er weinig in. Er is de afgelopen jaren al 15 miljoen euro per jaar extra uitgetrokken voor de kleine geesteswetenschappen. Bovendien verdelen universiteiten onderling de taken. “Zo kan het zijn dat de ene universiteit vooral de Aziatische talen voor haar rekening neemt en de andere universiteit de Europese talen, of de ene universiteit de Scandinavische talen en de andere de Slavische talen. Daar is eigenlijk niet zo veel mis mee.”
Van Dijk houdt aan: “Wat doet de minister als een studie uitsterft, bijvoorbeeld Portugees, terwijl wij zo veel belang hechten aan de handel met Brazilië?”
De universiteiten moeten hun eigen afweging maken, vindt Bussemaker. Universiteiten moeten hun geld zo goed mogelijk gebruiken voor het onderwijs. Als studenten geen belangstelling meer hebben, kan er een moment komen waarop universiteiten de opleiding sluiten. “Wij gaan niet kost wat kost alles wat wij ooit hadden, behouden.”
Universiteiten kunnen ook een breed programma van Europese talen of Zuid-Europese talen opzetten, waardoor de kleine talen toch nog een plek in een opleiding hebben en niet helemaal uitsterven. Bussemaker: “Die creativiteit moet bij de instellingen liggen en die moet ik niet van bovenaf met een wijzende vinger voor heel Nederland willen bepalen.”