Minister zou zelf balen van online onderwijs
Ze moet zelf veel online vergaderen, vertelde Van Engelshoven gisteren bij de afsluiting van het studiejaar aan Saxion Hogeschool. “Ook met mensen die soms hun camera uitzetten, waarvan je je dan afvraagt: goh, wat zou die gaan doen?”
Ook online onderwijs is dus even wennen, wilde ze maar zeggen. Ze wist niet of ze het zelf zou hebben volgehouden toen ze studeerde, maar meent dat veel studenten het goed hebben gedaan, “dus complimenten daarvoor”.
Veranderd
Presentator Erik Dijkstra vroeg niet naar de financiële gevolgen van de coronacrisis voor studenten en onderwijsinstellingen. Het moest een beetje gezellig blijven. Wel wilde hij weten of het onderwijs volgens de minister voorgoed veranderd is door de coronacrisis.
Ze denkt van wel. “Het onderwijs zal gelukkig nooit helemaal digitaal blijven, maar ik denk wel dat we hier iets van leren en ook in de toekomst voor een deel digitaal onderwijs geven. Er gebeuren ook heel goede dingen.” Digitale colleges zijn bijvoorbeeld fijn voor studenten met een functiebeperking, merkte ze op.
Toch komt er straks weer iets meer ruimte voor sociale interactie en praktijkonderwijs, “en ik denk ook dat we dat weer meer zijn gaan waarderen”, voegde Van Engelshoven eraan toe. Wel moet iedereen goed de anderhalve meter in acht nemen, anders moet het onderwijs straks weer een stap terug doen.
Inventief
Maakt ze zich zorgen dat de studenten van nu een gemankeerde studieperiode hebben, wilde Dijkstra weten. Nee, zei de minister. Ze snapt dat studenten ervan balen. “Maar iedere tijd heeft zo zijn uitdagingen en je moet met elkaar het mooiste van maken. Jonge mensen zijn daar zo inventief in, die vinden hun weg wel.”