Nationaal Onderwijsakkoord niet duidelijk over afschaffen basisbeurs
Minister Jet Bussemaker tekent aanstaande donderdag het Nationaal Onderwijsakkoord met werkgevers en enkele vakbonden. In het akkoord staat dat de ondertekenaars verdeeld zijn over het afschaffen van de basisbeurs voor studenten.
In het Nationaal Onderwijsakkoord staan afspraken over investeringen en arbeidsvoorwaarden. Hiermee wordt nog eens 689 miljoen euro aan onderwijsgeld verdeeld.
Dat zijn flinke bedragen, maar het is de vraag wat het hoger onderwijs ermee opschiet. Voor hogescholen en universiteiten is alleen 135 miljoen euro beschikbaar om eerdere bezuinigingen te verzachten.
Formeel wordt het akkoord pas donderdag openbaar, maar het ligt intussen op straat. De Algemene Onderwijsbond, die is weggelopen uit de onderhandelingen en het akkoord verwerpt, heeft het gisteren op de website gezet. Woensdagochtend was het er al weer afgehaald.
Over het afschaffen van de basisbeurs bestaat geen consensus. Maar mocht het ervan komen, dan moet het geld “in het bijzonder” naar het hoger onderwijs en onderzoek gaan. Dat is een koerswijziging: eerder wilden regeringspartijen VVD en PvdA de opbrengst vooral aan basis- en voortgezet onderwijs besteden.
Er is momenteel geen meerderheid in de Eerste Kamer om de basisbeurs te schrappen. Mochten de senatoren dwars blijven liggen, dan is er 119 miljoen euro minder beschikbaar voor de afspraken in het akkoord. Voorlopig staan de afspraken dus op losse schroeven.
En de onderwijsbegroting die gisteren naar buiten is gebracht? Daarin bezuinigen minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker hier en daar wat miljoenen. Zo korten ze volgend jaar vijftien miljoen euro op het hoger onderwijs wegens overtollige overhead bij universiteiten en hogescholen. De korting loopt nog verder op tot jaarlijks 65 miljoen euro vanaf 2017. Onderwijsinstellingen krijgen alsnog geld om de inflatie bij te benen: 204 miljoen euro. Maar dat staat nog niet in de boeken. In het voorjaar overwoog het kabinet nog om deze ‘prijsbijstelling’ te schrappen, maar dat is dus niet doorgegaan.
Ook moeten de onderwijsinstellingen het aantal opleidingen terugdringen. Dat zou in 2016 al zeventig miljoen euro moeten opleveren en uiteindelijk zelfs 130 miljoen euro per jaar.