Nederland overspoelt Europa met onderzoeksvoorstellen

Nederland stuurt veel subsidieaanvragen naar het Europese wetenschapsprogramma, blijkt uit de statistieken. Het is één van de redenen dat Nederlandse wetenschappers zoveel geld krijgen.

De beurzenverstrekkers van het wetenschapsprogramma Horizon 2020 worden overspoeld met aanvragen. Het programma is zo populair dat slechts 16 procent van alle indieners geld krijgt. In het vorige Europese onderzoeksprogramma (dat FP7 heette) werd 22 procent van alle aanvragen gehonoreerd.

Nederland scoort nog altijd goed in het wetenschapsprogramma, bleek vorige week. Sinds januari 2014 sleepten de Nederlandse onderzoeksinstellingen al meer dan 520 miljoen euro in de wacht.

Nederlanders doen dan ook flink hun best om een onderzoeksbeurs te bemachtigen. Per miljoen Nederlanders gingen er de afgelopen anderhalf jaar 398 onderzoeksvoorstellen naar Europa.

Dat zijn er veel meer dan Duitsland (168 voorstellen) en Groot-Brittannië (221). Nederland staat op gelijke hoogte met landen als Denemarken, België en Ierland. Cyprus spant de kroon: dat land stuurt naar verhouding twee keer zoveel onderzoeksvoorstellen in als Nederland.

Maar Nederland verkrijgt het geld niet alleen door de massale deelname. De aanvragers scoren ook bovengemiddeld goed. Nederland doet het beter dan Duitsland en Groot-Brittannië, al moet het onder meer Frankrijk en Oostenrijk voor zich dulden. En ook de Belgen presteren iets beter.

Er zijn intussen honderd calls van het wetenschapsprogramma geweest. Wetenschappers kunnen insturen op allerlei gebieden, van vrije wetenschap tot toegepast onderzoek in samenwerking met het bedrijfsleven.

Advertentie