Nederland zakt in QS-ranking
Helemaal bovenaan in de QS Rankings, met ‘lichtjaren’ voorsprong op de concurrentie, staat het Amerikaanse MIT (Massachusetts Institute of Technology). De eveneens Amerikaanse Stanford, Harvard en Caltech staan op twee, drie en vier. Dan volgen vier Britse universiteiten, waaronder Cambridge en Oxford.
Dit jaar zijn Delft en Eindhoven de enige universiteiten die in de ranking zijn opgeklommen, al is het maar een paar plaatsen. Groningen is blijven staan op plaats 113 en de andere zijn enigszins gezakt.
Voor zijn jaarlijkse ranglijst gebruikt QS naar eigen zeggen de meningen van zeventigduizend ‘individuals in the higher education space’. Dat zijn wetenschappers en docenten, maar misschien ook managers en andere betrokkenen. Daarnaast geven zo’n dertigduizend werkgevers antwoord op de vraag van welke universiteit zij de meest “competente, innovatieve en effectieve afgestudeerden” werven.
Alles bij elkaar (40 procent plus 10 procent) zorgen deze enquêtes voor de helft van de score in de ranglijst. Overige criteria zijn het aantal studenten per staflid, de impact van wetenschappelijke artikelen en de internationalisering van het hoger onderwijs (zowel onder studenten als medewerkers).
Alle ranglijsten krijgen kritiek, omdat ze van zoiets complex als de academische wereld met slechts een paar criteria een eenvoudig lijstje proberen te maken, maar vooral de QS-ranglijst kwam enkele jaren geleden onder vuur te liggen. Het is de vraag waar de respondenten vandaan worden gehaald. Er zouden zelfs respondenten betaald worden om de enquête in te vullen.
De grote nadruk op reputatie werkt misschien in het nadeel van Nederlandse universiteiten, zeker nu de mening van buitenlandse werkgevers even zwaar weegt als die van werkgevers in eigen land: voorheen kregen die laatsten iets meer gewicht.
Wageningen is bijvoorbeeld nummer 1 in het domein landbouw, terwijl de universiteit wereldwijd op nummer 124 staat. De academische reputatie en de bekendheid onder werkgevers is niet zo hoog.
Ter vergelijking, in de ranglijst van Times Higher Education (acht Nederlandse universiteiten in de top honderd) weegt de reputatie van universiteiten voor een derde mee. In de Shanghai Ranking (drie Nederlandse universiteiten in de top honderd) weegt het aantal Nobelprijzen van medewerkers en afgestudeerden mee, maar niet de reputatie.
QS Ranking
Nederlandse universiteiten | 2015 | 2016 | 2017 | ||
TU Delft | 64 | 62 | 54 | ||
UvA | 55 | 57 | 58 | ||
TU/e | 117 | 121 | 104 | ||
UL | 95 | 102 | 109 | ||
UU | 94 | 104 | 109 | ||
RUG | 100 | 113 | 113 | ||
WUR | 135 | 119 | 124 | ||
EUR | 126 | 144 | 147 | ||
UT | 188 | 177 | 179 | ||
UM | 169 | 173 | 200 | ||
RU | 177 | 190 | 204 | ||
VU | 176 | 199 | 218 | ||
UvT | 293 | 330 | 357 |
© HOP. Bron: QS World University Rankings 2018.