Nederlandse ambassadeurs helpen universiteiten met internationaliseren
Nederland wordt minder populair onder Chinese jongeren. Op de jaarlijkse bijeenkomst voor Nederlandse ambassadeurs werd gepleit voor een nieuwe strategie om studenten te werven.
Nederland wil dolgraag meer studenten trekken uit opkomende economieën in Azië. Het ministerie van Buitenlandse Zaken nodigde daarom voor het eerst het hoger onderwijs uit voor overleg met ambassadeurs uit de regio. “Dat is op deze manier niet eerder voorgekomen”, zegt directeur Freddy Weima van internationaliseringsorganisatie EP-Nuffic. “Het onderwerp wordt steeds belangrijker. De ambassadeur in China zet er stevig op in.”
Nederlandse universiteit moeten samen optrekken in het buitenland
Volgens Weima moeten hogescholen, universiteiten en het ministerie meer samenwerken om Nederland op de kaart te zetten. “Bijvoorbeeld tijdens handelsmissies. Nu gaan er soms één of twee universiteiten op zo’n reis mee, maar we moeten met zijn allen één gezamenlijk verhaal hebben. We moeten het merk ‘Nederland’ versterken.”
Of instellingen zin hebben om samen één verhaal te vertellen, in plaats van hun eigen instelling te promoten, moet nog blijken. “Dat was één van de interessante gesprekspunten”, geeft Weima toe. “In zijn algemeenheid wordt het nut van samenwerking wel beaamd. Maar ja, the proof of the pudding is in the eating.”
Chinese jongeren hebben minder interesse in Nederlandse bacheloropleiding
Het aantal Chinese studenten in Nederland stagneert, beaamt directeur Charles Hoedt van het Nuffic Neso-kantoor in China. Een gezamenlijke strategie lijkt dus geen overbodige luxe. “Vooral onder bachelorstudenten neemt de interesse af. Er zitten onderhand zo’n 6000 Chinese studenten in Nederland, maar de groei lijkt minder te worden.”
Dat komt deels doordat het onderwijs in China de afgelopen jaren beter is geworden, maar ook doordat veel jongeren voor de Verenigde Staten kiezen. “Het imago van dat land is heel erg goed”, aldus Hoedt. “Ze denken hier toch: als je aan Harvard studeert kost het wat, maar dan heb je wel een topcarrière.” Het is volgens Hoedt “vechten om de beste studenten”.
Het beurzenprogramma dat minister Bussemaker van Onderwijs vorig jaar aankondigde, is “een goede start” in dat gevecht. “Zeker in China wordt een studiebeurs vaak gezien als een erkenning van je talenten. Het geeft een student veel status. Voor andere studenten is het net dat duwtje in de rug als ze het financieel niet breed hebben.”
Meer samenwerkingsverbanden opzetten
EP-Nuffic werkt met Nederlandse ministeries en het bedrijfsleven al aan allerhande samenwerkingen met Aziatische landen, vertelt directeur Weima. “Nederlandse hbo’ers werken met Indonesische studenten aan oplossingen voor logistieke problemen, met China zijn we in gesprek over een project op het gebied van hospitality.” Ook wordt er nagedacht over het opzetten van joint degrees: studenten krijgen dan een diploma van meerdere universiteiten in verschillende landen.
Uiteindelijk behoort een Chinese dependance van een Nederlandse instelling wellicht ook tot mogelijkheden. Nadat in 2001 aan het licht kwam dat hogescholen gefraudeerd hadden door buitenlandse studenten in te schrijven die helemaal geen onderwijs kregen, ligt dat gevoelig. Binnen de huidige wetgeving is een dependance in het buitenland sinds die affaire niet meer mogelijk, maar minister Bussemaker heeft in haar internationaliseringsvisie aangekondigd dat ze er opnieuw naar wil kijken. Weima: “Het is goed dat we weer met een positieve blik naar internationalisering kijken. Dat is wel eens anders geweest.”