Nederlandse en buitenlandse studenten leven langs elkaar heen

De introductie van buitenlandse studenten op de UU in januari

Nederlandse studenten en hun buitenlandse studiegenoten leven vaak langs elkaar heen. Mentorprogramma’s zetten weinig zoden aan de dijk. Korte ontmoetingen monden niet uit in vriendschappen, of alleen in vriendschappen tussen buitenlandse studenten.

Veel universiteiten en hogescholen doen hun best om buitenlandse studenten welkom te heten en wegwijs te maken in hun nieuwe stad. Maar alle goede bedoelingen ten spijt, valt er nog genoeg winst te behalen, blijkt uit onderzoek van de LSVb. Buitenlandse nieuwkomers worden tijdens de introductie bijvoorbeeld aan andere buitenlandse studenten gekoppeld, of het mentorprogramma bestaat slechts uit een aantal vluchtige ontmoetingen.

Het beleid is bovendien erg versnipperd. Sommige faculteiten hebben programma’s, terwijl andere helemaal niets doen. In sommige steden organiseert het European Student Network (ESN) ontmoetingen, in andere weer niet. Sommige Nederlandse studenten krijgen betaald om buitenlanders wegwijs te maken in allerlei praktische zaken, terwijl op andere plekken vooral gezamenlijke activiteiten worden georganiseerd.

Dat laatste werkt het beste voor de integratie, zegt de LSVb. Samen leuke dingen doen lijkt een betere basis voor vriendschap, dan samen allerlei praktische zaken regelen. En die vriendschappen komen niet alleen buitenlanders ten goede: “Veel Nederlandse studenten zouden het erg leuk vinden om meer contact te krijgen met buitenlanders”, zegt voorzitter Jorien Janssen. “Een Mexicaanse student zou je bijvoorbeeld kunnen helpen met je Spaans, of een Chinese studiegenoot kan je wellicht meer vertellen over ondernemen in Azië.”

Maar aan activiteiten hangt vaak wel een prijskaartje. De kosten blijken voor sommige studenten een drempel om mee te doen, dus zou er wat meer geld beschikbaar moeten komen. Janssen: “Het ministerie van Onderwijs, hogescholen en universiteiten hebben samen de ambitie uitgesproken om meer buitenlanders aan Nederland te binden. Daar mag best wat geld tegenover staan.”

De LSVb draagt zijn steentje bij door binnenkort mee te werken aan een Buddy coordinator day. Janssen: “De dag is met name bedoeld voor coördinatoren. Die kunnen hun ervaringen uitwisselen zodat we samen tot succesvolle programma’s en meer integratie komen.”

Het kabinet wil dat buitenlandse studenten hier goed integreren, zodat ze in Nederland blijven werken. Uit onderzoek blijkt dat 64 procent van de internationale masterstudenten dit zou willen, maar in de praktijk doet een veel kleiner deel het daadwerkelijk: het Centraal Planbureau gaat voorzichtig uit van negentien procent. Maar dat levert de economie toch een jaarlijks voordeel van 740 miljoen euro op.

Minister Bussemaker van Onderwijs heeft daarom vorig jaar het voortouw genomen voor een meerjarig actieplan met de titel ‘Make it in the Netherlands’. In het actieplan is ‘breaking the bubble’ één van de ambities: er moet een einde komen aan de twee verschillende werelden waarin Nederlandse en buitenlandse studenten leven. Uit eerder onderzoek van de LSVb bleek namelijk al dat buitenlandse studenten amper vriendschappen sluiten met Nederlanders.

Overigens is dat in het buitenland vaak niet anders. Dit blog schreef de Utrechtse studente Wieke Vink onlangs over haar ervaringen in het Zuidafrikaanse Stellenbosch.

 

 

 

 

 

Advertentie