Nederlandse kenniseconomie kan niet om China heen

Er kleven risico’s aan samenwerking met China, maar er liggen ook allerlei kansen. China daagt ons uit en Nederland zou de handschoen moeten oppakken, vindt de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid.

Universiteiten, bedrijven en overheid hebben al veel contact met China. Dat kan ook haast niet anders. Het land wordt steeds belangrijker. Nederland kan baat hebben bij die samenwerking, maar moet uitkijken voor de valkuilen, schrijft de AWT in een nieuw advies over China en de kenniseconomie.

De AWT oppert dat Nederlandse bedrijven, overheid en kennisinstellingen samen een China-platform kunnen oprichten, waarin ze hun kennis over China kunnen delen. Dat zou het bijvoorbeeld voor beginnende bedrijven makkelijker maken om te weten hoe ze zich op de Chinese markt kunnen begeven.

Want er zijn allerlei knelpunten in de samenwerking met China. Zo steunt de Chinese overheid vaak haar eigen bedrijfsleven, wat goede concurrentie moeilijk maakt. Verder is de bescherming van intellectueel eigendom in China niet bijzonder goed, al wordt de situatie volgens de AWT wel beter. Een ander gevaar is dat China partners als Nederland zal laten vallen, als het zijn eigen kennisinstellingen eenmaal op de rails heeft.

Daarom moet Nederland niet te veel r&d naar China verhuizen, want dat kan de eigen economie schaden. Naar analogie van de bankenwereld zou sommige kennis misschien als ‘systeemkennis’ moeten worden beschouwd, die hier niet verloren mag gaan. Andere landen, zoals Duitsland, lijken hun kennis meer te beschermen dan Nederland.

Aan de andere kant moet Nederland niet te angstig zijn, want samenwerking kan ook vruchtbaar zijn. Een voorbeeld: dankzij de samenwerking van de Chinese en Duitse auto-industrie rijden er nu vooral Duitse auto’s op de Chinese wegen, stelt de AWT. De Verenigde Staten en Japan hebben de boot gemist. Zij durfden de samenwerking niet aan uit angst dat hun kennis zou worden gestolen. Intussen werken Duitsland en China samen aan de elektrische auto.

Over het algemeen haalt Nederland Chinese onderzoekers hierheen en brengt het kennis naar China toe. Het omgekeerde gebeurt minder, “maar er zijn natuurlijk prominente uitzonderingen zoals onder meer de kennis van TCM (Traditional Chinese Medicines)”, aldus de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid.

Advertentie