Nederlandse startup kan wel wat druk gebruiken
Het mag voor de beginnende academische startup warm, knus en veilig zijn in een van de vele incubators die Nederland telt, maar ze redden het uiteindelijk bijna nooit op eigen benen. “Er is veel meer druk op onze jonge ondernemers nodig.”
Elke opvoeder kent het dilemma. Aan de ene kant moet je het kind de boze buitenwereld niet insturen voordat die het aankan, aan de andere kant boet een kind dat te lang op een beschermde plek zit aan eigen kracht in. Met startups en incubators – de naam betekent: couveuse – is het hetzelfde.
“In Silicon Valley zijn ze nu al zestig jaar bezig”, vertelt de kersverse Utrechtse doctor Marijn van Weele, die incubators wereldwijd onder de loep nam. “Daar weten ze dat incubatoren geen kraamkamers moeten zijn maar snelkookpannen. Daar heb je incubatoren, zoals Y-combinator, waar pakweg maar één op de duizend aanmelders wordt toegelaten. Die zijn strenger dan Harvard.
“Als ondernemer sta je voortdurend bloot aan een Spartaanse druk. Niet alleen zit een ervaren ondernemer, je coach, je voortdurend op de huid, ook voel je een druk van je mede-ondernemers om succesvol te zijn. En je krijgt er geen subsidies waarmee je vele jaren kunt blijven door knutselen, maar een luttel bedragje – ze noemen het pizza-money – om drie maanden je maag mee te vullen. Want: fail fast, fail early. Het is voor alle partijen het beste om snel te weten of een idee het wel of niet haalt. Dat blijkt te werken. Een bedrijf als Dropbox is er een voorbeeld van.”
Van Weele vindt dat incubatoren daarom moeten stoppen met 'bemoederen' en moeten beginnen startups werkelijk de weg naar maatschappelijk succes te wijzen. “Het is goed dat er in Nederland dingen veranderen. Dat Neelie Kroes zich bijvoorbeeld met Startup Delta bezig houdt en dat er meer aandacht voor startups is. Maar onze incubatoren dreigen een soort 'window-dressers' worden.
“Universiteiten, gemeenten en de overheid tonen ermee aan dat ze aan innovatie doen, terwijl op de achtergrond juist op onderzoek en ontwikkeling wordt bezuinigd. Onze bestuurders moeten bereid zijn de echt belangrijke keuzes te maken, zoals universiteiten afrekenen op valorisatie of werknemers ruimte geven om te ondernemen. Startups hebben goede coaching nodig om het te redden in de maatschappij.”