Niet één maar drie demonstraties bij jaaropening Universiteit Utrecht

De opening van het academische jaar is door enkele tientallen studenten en docenten aangegrepen om actie te voeren. Niet één, niet twee, maar drie groepen demonstranten roerden zich maandagmiddag op het Domplein. 

Een protest tegen bezuinigingen op de studentensport in Utrecht bracht de meeste mensen op de been. Circa honderd studenten lieten uitgedost in sportkleding en zwaaiend met verenigingsvlaggen hun ongenoegen blijken over de beroerde financiële situatie van de studentensport. 

De sportende studenten riepen de leus "Wij zijn uitgesport!" tijdens het traditionele cortège, de stoet hoogleraren die over het Domplein naar de Domkerk loopt.

ROOD, de jongerenorganisatie van de SP, protesteerde ook bij de jaaropening. De SP-jongeren vinden dat er op de Universiteit Utrecht onderwijsgeld verspild wordt aan reiskosten van bestuurders. 

RTL Nieuws onthulde in juni dat het College van Bestuur van de UU in totaal 250.000 euro per jaar aan reiskosten maakt. ROOD-actievoerders maanden de collegevoorzitter om de reiskosten voortaan aan docenten te besteden.

De vakbond voor wetenschappers Vawo was eveneens aanwezig op het Domplein met zo'n vijftien actievoerders. Zij vroegen aandacht voor de slechte arbeidssituatie van wetenschappers. Het aantal tijdelijke contracten in de wetenschap is te hoog, vindt de vakbond.

De Vawo-demonstranten stonden verkleed" als gekleurde bollen bij de Utrechtse Domkerk. Daarmee wilde de vakbond laten zien dat wetenschappers speelbal zijn in het personeelsbeleid van universiteiten.

Vawo-voorzitter Marijtje Jongsma sprak bij het protest nog even met minister Jet Bussemaker, die gastspreker was bij de jaaropening van de Universiteit Utrecht. “Ik was best tevreden over wat ze zei", zegt Jongsma na afloop. “Ze erkent dat het op sommige punten echt niet goed zit.” Maar de cao is zaak van werkgevers en werknemers dus wat kan de minister doen? “Dat is inderdaad ingewikkeld”, erkent Jongsma. “Een soort catch 22.”

Toch heeft de minister wel een rol, benadrukte ze. “De financiering vanuit de overheid moet stabieler worden. Er wordt te veel geld in competitie verdeeld en dat draagt zeker bij aan de vele tijdelijke contracten.”