Nieuwe sportkaart trekt meer studenten naar Olympos
De nieuwe sportkaart van Olympos heeft 1000 nieuwe sporters getrokken. Dat is een goed begin, maar het sportcentrum in De Uithof is er nog lang niet. Om geen verlies meer te lijden, moeten er zo'n 13.000 leden zijn, nu zijn dat er 8500.
De OlymPas bestaat sinds september 2013. Pashouders kunnen deelnemen aan vrijwel alle cursussen, en groepslessen en gebruik maken van alle faciliteiten van sportcentrum Olympos in De Uithof. Studenten betalen 125 euro per jaar, medewerkers 240 euro. Tot 1 december is de pas nog met korting aan te schaffen. Studenten betalen dan 105 en medewerkers 210 euro. De kortingsactie is wegens succes met een maand verlengd. Aanvankelijk liep die tot 1 november.
Tot nog toe zijn 3200 OlymPassen verkocht en daarnaast nog 1000 SSV-passen, voor leden van studentensportverenigingen. Zij betalen contributie en kunnen voor 30 euro extra onbeperkt sporten. Tel je daar leden van studentensportverenigingen zonder OlymPas bij op en deelnemers van een paar cursussen uit het ‘pre-Olympas-tijdperk’, dan kom je uit op 8500 Olympos-sporters.
Betere bezetting van cursussen
Volgens directeur Cees Verhoef is het sinds de invoering van de pas drukker in zijn sportcentrum. ”Lessen en cursussen zijn beter bezet, terwijl we ook het aanbod hebben uitgebreid. Binnen de kortste keren zijn lessen volgeboekt. Ook bij de fitness is het drukker.”
Verhoef schat in dat er momenteel 700 tot 1000 meer studenten sporten dan voorheen. ”Dat zijn vooral universitaire studenten; bij de Hogeschool Utrecht hebben we minder aan marketing voor de pas gedaan.”
De introductie van de pas moet Olympos uit het dal trekken: al jaren is er een tekort van zo’n 250.000 euro. Vooral veroorzaakt doordat studenten kozen om naar een fitnessprijsvechter te gaan. Na afscheid van directeur Jules Vereecken en interim-directeur Hans Wiegel, heeft het bestuur van Olympos Verhoef aangesteld om met een nieuwe visie het tekort weg te werken. Een papieren visie ligt er nog niet. “Mijn opdracht was eerst om de pas in te voeren en daarmee het aantal sporters te laten toenemen.”
Investeringen doen om groei aan te kunnen
Hoewel tot dusver vooral werd bezuinigd, gaat Verhoef uit van groei. Daarvoor moet wel extra geld worden uitgegeven. “Door de extra sporters moeten we het een en ander aanpassen. Zo willen we dat je volgend jaar via een app kunt reserveren en afmelden en dat je een herinnering op je telefoon krijgt van de cursus waar je je voor hebt aangemeld.”
Ook is de fitnessruimte bij verdere groei niet groot genoeg. ,,Als het te druk wordt, willen we binnen het gebouw uitbreiden”, zegt Verhoef. Een andere mogelijkheid om sporten aantrekkelijker te maken, ook voor studentensportverenigingen, is het vervangen van een grasveld voor een kunstgrasveld. Een kunstgrasveld gaat minder snel kapot, waardoor een voetbalvereniging als Odysseus meer kan voetballen, meer leden aan kan nemen en de huidige wachtlijst kan inkorten. Verhoef: “We zijn met de gemeente in gesprek over de financiering van zo’n veld.”
Nieuw subsidiemodel voor studentensportvereniging in de maak
Ook gaat het subsidiemodel voor studentensportverenigingen op de schop, naar Gronings voorbeeld. Verhoef: “Het uitgangspunt in Groningen is dat elke vereniging met subsidie tenminste anderhalf uur per week begeleide sport moet kunnen bieden. Een tennisvereniging maakt daarbij meer kosten dan een hardloopvereniging. Wij willen dit uitgangspunt overnemen en zo tot een eerlijke subsidieverdeling komen.”
Nu krijgen verenigingen nog subsidie op basis van huurprijzen en afspraken uit het verleden. Daardoor is de subsidieverdeling niet altijd even eerlijk, zegt Verhoef.
In 2016 moet Olympos uit de rode cijfers zijn
Ondanks deze inspanningen wordt het tekort niet zomaar weggewerkt. Volgens Verhoef komt Olympos nog steeds geld tekort. “En ook volgend jaar zijn we nog niet uit de verliezen, maar kunnen we wel een flinke klap maken.”
Aan het einde van collegejaar 2015-2016 moet Olympos break even kunnen draaien. Verhoef: “Om quitte te spelen moeten er rond de 12.500 pashouders zijn, maar ik wil dat het er in een jaar of drie 15.000 zijn. Dat moet kunnen: in Nijmegen hebben ze 19.000 sporters, terwijl de campus, universiteit en hogeschool een stuk kleiner zijn dan hier. Als we uit de rode cijfers zijn, kunnen we gaan groeien en nadenken over uitbreiding van het complex. Maar zover zijn we nog lang niet.”