Niks geks aan loting in hoger onderwijs, meent kabinet
Sommige opleidingen willen of kunnen maar een beperkt aantal studenten toelaten. Daar zijn verschillende redenen voor. De kwaliteit van het onderwijs kan in gevaar komen als er te veel studenten zijn of afgestudeerden kunnen geen stageplaats of baan vinden. Dat zijn opleidingen met een zogeheten numerus fixus.
Vroeger moest je loten voor zulke opleidingen, maar dat riep wrevel op: soms vielen gemotiveerde jongeren af en kregen zwakkere studenten wel een plek. Sinds het jaar 2000 mogen opleidingen als geneeskunde en fysiotherapie de helft van hun eerstejaars zelf selecteren.
Verbod op loting
Pas in 2017 werd loten helemaal verboden in het hoger onderwijs. Dat riep omgekeerd ook weerstand op. Gaat die selectie wel goed? Hoe zit het met gelijke kansen in de samenleving? Selectie blijkt bijvoorbeeld in het nadeel te werken van jongeren met een migratieachtergrond of een functiebeperking.
Het kabinet wil loten nu weer mogelijk maken voor populaire opleidingen met een studentenstop. Die kunnen daarvoor kiezen als onderscheid op grond van talent en motivatie eigenlijk niet mogelijk of niet nodig is.
Dat is tegen het zere been van bijvoorbeeld regeringspartij VVD. Waarom zou het niet mogelijk zijn om goed onderscheid tussen aspirant-studenten te maken, willen de liberalen in een schriftelijk overleg weten.
Omgekeerd wil de SP weten waarom opleidingen überhaupt nog selectieprocedures gebruiken. Kunnen ze niet beter loten, in ieder geval totdat onderzocht is hoe je bij selectie kansenongelijkheid kunt voorkomen?
Geen verplichting
Ook andere partijen stellen, meer of minder sceptisch, vragen over loting of selectie. Het kabinet laveert er laconiek doorheen en het antwoord komt eigenlijk steeds op ongeveer hetzelfde neer: er verandert niet zo veel. Als een opleiding liever loot dan selecteert, dan mag dat straks, maar het hoeft niet. En natuurlijk loopt er onderzoek naar de effecten van selectie. Sterker nog, de minister heeft net een rapport van de Onderwijsinspectie naar de Kamer gestuurd over zelfselectie: wie laat zich afschrikken als een opleiding een drempel opwerpt?
Er is één complexere kwestie. De Tweede Kamer ziet wel iets in het ‘mengen’ van de twee toelatingsvormen: na een eerste selectie loten onder de overblijvers. Daar wil het kabinet om principiële redenen niet aan beginnen.
Want, redeneert het kabinet, zo’n eerste schifting onder de aanmelders zou betekenen dat sommigen niet geschikt worden geacht, ook al hebben ze het benodigde schooldiploma op zak. Daar wil het kabinet niet in meegaan. Alle geslaagde leerlingen zijn geschikt voor een vervolgopleiding; daar is het diploma voor.
Meer kansengelijkheid
Loten onder alle aanmelders borgt “een grotere mate van kansengelijkheid”, meent het kabinet, want dan hebben studenten ook een kans als ze “geen dure bijlessen, examentraining of een andere commerciële vorm van voorbereiding hebben kunnen genieten”.
Overigens kunnen opleidingen voor een ‘gewogen’ loting kiezen en sommige leerlingen op grond van examencijfers een grotere kans geven. Ze mogen ook leerlingen met een 8 of hoger direct toelaten, zoals vroeger gebeurde.
Als de wet wordt aangenomen, gelden de nieuwe regels vanaf de aanmelding voor studiejaar 2024-2025.