NMa staakt onderzoek naar Amsterdamse universiteiten

De twee Amsterdamse universiteiten beloven geen prijsafspraken meer te maken over het tarief voor ‘tweede studies’. Daarom staakt de Nederlandse Mededingingsautoriteit haar onderzoek.

De NMa kwam vorig jaar in actie op verzoek van afgestudeerde juristen die een tweede masteropleiding wilden volgen. Daarvoor zouden ze duizenden euro’s collegegeld moeten betalen. De Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam hadden volgens de studenten onderling afspraken gemaakt over hun tarief. Uit de notulen van bestuursvergaderingen zou blijken dat ze elkaar niet financieel wilden beconcurreren. Ook stond erin dat de vereniging van universiteiten VSNU haar leden had aangeraden om geen kostenanalyse te maken bij het vaststellen van het tarief.

Kartelvorming en prijsafspraken zijn in Nederland verboden, tenzij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) er goedkeuring aan geeft. Het is alleen de vraag of universiteiten daadwerkelijk onder het mededingingsrecht vallen. Ze hebben immers minder vrijheid dan gewone ondernemingen.

Die vraag wordt niet beantwoord, nu de NMa de zaak niet op de spits drijft. De universiteiten hebben toegezegd om de NMa de komende jaren te informeren over de manier waarop ze hun collegegeldtarieven vaststellen.

Sinds september 2010 bekostigt de overheid geen ‘tweede studies’ meer. Wie al een bachelor- of masterdiploma op zak heeft, moet voor een tweede studie het instellingstarief betalen. Afhankelijk van vakgebied en universiteit kan dat oplopen tot 32.000 euro per jaar. Voor een juridische masteropleiding brengen de twee Amsterdamse universiteiten negenduizend euro in rekening.

Alleen voor zorg- en onderwijsopleidingen heeft de overheid een uitzondering gemaakt: die mogen studenten in principe tegen een laag tarief volgen, als ze al eerder een bachelor- of masterdiploma in een ander vakgebied hebben behaald.

Advertentie