Op z'n vroegst in 2028

Nog meer vertraging voor langstudeerboete (of zelfs afstel)

Geld. Foto: Pixabay
Foto: Pixabay

Veel partijen in de Tweede Kamer hadden het debat over de onderwijsbegroting donderdag liever niet gevoerd. Sinds woensdag wordt achter de schermen namelijk druk overlegd over het afzwakken van de miljardenbezuiniging van het kabinet. Maar de coalitiepartijen wilden van geen uitstel weten.

Uitstel op uitstel
Dus ging het debat door met onderwijsminister Bruins als eerste spreker. Het meest opmerkelijk was zijn mededeling dat de langstudeerboete vertraging oploopt. De wetswijziging wordt niet van kracht in 2026, zoals afgesproken in het hooflijnenakkoord van het kabinet, en niet in 2027 zoals hij in oktober schatte, maar “op zijn vroegst in september 2028”, aldus Bruins. 

Dat levert een begrotingsprobleem op van ruim een half miljard euro, want de bezuiniging was al ingeboekt. Het gat is 95 miljoen in 2026, 285 miljoen in 2027 en zo’n 190 miljoen in 2028. Bruins: “Het is een harde bezuiniging en daar sta ik voor.” Over een paar maanden komt hij met de oplossing voor het gat op zijn begroting.

Of niet?
Tenminste, als de boete er nog komt. Want vorige maand lekte uit dat de minister op zoek is naar een alternatief. De maatregel treft sommige groepen harder dan anderen en zou door de gewenste uitzonderingen zo ingewikkeld worden, dat de minister er niet mee uit de voeten kan.

En dan zijn er sinds woensdag ook nog onderhandelingen gaande met oppositiepartijen uit het ‘monsterverbond’ van D66, CDA en JA21, waar inmiddels ook SGP en ChristenUnie bij zijn aangesloten. Zij dreigen in de Eerste Kamer tegen de begroting te stemmen en willen 1,3 miljard van de bezuinigingen op onderwijs terugdraaien. Deze oppositiepartijen hebben nadrukkelijk ook de langstudeerboete in het vizier.

“Hardvochtig”
Terwijl de boete wankelt hakte de oppositie er donderdag nog extra op in. Het is een “hardvochtige” maatregel, zei CDA-Kamerlid Harmen Krul. En Sandra Beckerman van de SP wist wel waarom de minister vorige week zei dat hij extra tijd nodig heeft voor het uitwerken van de boete: “Hier valt namelijk geen onderbouwing voor te leveren.”

Beckerman wees erop dat studenten nu al rekening zeggen te houden met de boete bij hun studiekeuze. “Ze doen bijvoorbeeld geen bètastudie, omdat bekend is dat veel studenten daar langer over hun studie doen.” Uitlopen kost geld, is het idee van de langstudeerboete. Meer dan een jaar vertraging kost 3000 euro per jaar extra, besloten PVV, VVD, NSC en BBB in mei.  

Geen fan
Bruins is zelf ook geen fan van de boete, liet hij meermaals blijken. Hij zoekt een alternatief en weet dat de boete de komende dagen zou kunnen verdwijnen. Maar zolang deze nog officieel beleid is, kan hij er ook niet veel geruststellenders over zeggen dan dit: “Ik hoor dat studenten zich afvragen of ze nog wel moeten gaan studeren. Ik zou daarom willen zeggen: kies gewoon je studie.”

Hij bracht zelf nog een ander principieel probleem naar voren. Kun je studenten die al begonnen zijn aan hun studie ineens met een langstudeerboete confronteren? Eigenlijk niet, dacht Bruins. Maar ja: “Ik heb mij te houden aan de financiële kaders van het hoofdlijnenakkoord.”

“Flinke plus”
Aan het eind van het debat ontraadde Bruins alle oppositieplannen die zijn bezuinigingen afzwakken. Ook het amendement van CDA, D66 en JA21. Maar dat maakte Kamerlid Joost Eerdmans van die laatste partij al niet meer uit.

Natuurlijk was het een ongemakkelijk debat geweest, zo sloot Eerdmans af. “Omdat we weten dat we over een begroting praten waar nog aan gesleuteld wordt”. Met de onderhandelingen in het vooruitzicht zag hij het kennelijk toch nog helemaal goedkomen: “Ik denk dat de minister blij kan zijn als er volgende week een flinke plus op zijn begroting staat.”

Advertentie