NWO moet op de schop
Onderzoeksfinancier NWO moet slagvaardiger worden, vindt een commissie onder leiding van Hans Stoof, voormalig rector magnificus van de Universiteit Utrecht. De bestuursstructuur van NWO moet radicaal anders.
Ongeveer een half miljard euro verdeelt de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek jaarlijks onder de beste wetenschappers van Nederland. Dat gebeurt “uitstekend en onomstreden”, meldt de commissie van Stoof, die NWO in opdracht van staatssecretaris Dekker van Wetenschap evalueerde. En toch moet NWO reorganiseren.
“Want NWO is meer dan een granting machine”, zegt Stoof desgevraagd. “Je moet niet denken: wetenschappers leveren aan het loket van NWO een voorstel in, een stofwolkje dwarrelt neer en ze krijgen afhankelijk van de kwaliteit wel of geen subsidie. Dat is te mager. NWO zou een sterkere positie moeten hebben in het wetenschappelijke krachtenveld.”
Universiteiten kiezen vandaag de dag een helder profiel, stemmen hun onderzoeksgebieden beter op elkaar af en NWO moet daar goed op inspelen. Wetenschap en bedrijfsleven werken steeds meer samen in zogeheten topsectoren en ook daar moet NWO een sterke positie kiezen. Stoof: “En dan hebben we nog de Europese onderzoeksgelden. Nederland kan de komende jaren zo’n 700 miljoen euro per jaar uit Europa halen. En wat doet NWO?”
Te weinig, vinden Stoof en zijn commissieleden. NWO bestaat uit een lappendeken van gebiedsbesturen en stichtingbesturen, regieorganen en instituten, die maar moeilijk op één lijn zijn te krijgen. En die laten in Brussel allemaal een eigen geluid horen. Daardoor is NWO niet slagvaardig genoeg. “Een ander voorbeeld. Er zijn de afgelopen jaren miljarden euro’s aan onderzoek verdeeld die uit de aardgasbaten kwamen, de zogenaamde FES-gelden. Dat is helemaal langs NWO heengegaan.”
NWO is georganiseerd in negen wetenschapsgebieden, allemaal met hun eigen budgetten. Dat zouden er drie of vier moeten zijn, meent Stoof. Dat maakt het ook makkelijker om interdisciplinair onderzoek te subsidiëren. “Daarin gebeuren vaak de interessantste dingen.”
Dat zou ook de discussie over ‘honoreringspercentages’ kunnen oplossen. “De budgetten voor de wetenschapsgebieden zijn al jarenlang hetzelfde. Daarover durft ook niemand discussie te voeren, want als het ene gebied meer krijgt, moet het andere inleveren. Zo krijgt maatschappij & gedragswetenschappen eigenlijk te weinig geld. NWO lanceert dan wel eens een incidenteel ‘thema’ om het een beetje recht te trekken, maar dat is een lapmiddel. Daar ben je vanaf als je die gebieden samenvoegt.”
Om een sterkere positie te verwerven, is dit het devies: werk met minder wetenschapsgebieden, stel voltijdsbestuurders aan en kies voor een raad van toezicht met daarin de belangrijkste partners uit de wetenschappelijke wereld. Stoof: “Wij willen niet vanuit een schuttersputje NWO beschieten, maar juist een paar aanbevelingen doen die NWO sterker kunnen maken. NWO moet pro-actiever worden en minder reactief.”
Overigens stond ook in de vorige evaluatie al dat NWO zijn bestuursstructuur moest omgooien. “Dat waren ook geen domme mensen”, aldus Stoof.