NWO-voorzitter Levi: ‘Waar halen we alle onderzoekers vandaan voor die vaste banen?’
Eigenlijk houdt hij niet zo van visies en missies, zegt Levi. Maar toch is het goed om eens in de zoveel tijd de ambities op een rij te zetten, denkt hij. Woensdagmiddag heeft hij een nieuwe NWO-strategie aan minister Dijkgraaf overhandigd.
De boodschap van het plan is eigenlijk: we doen ons werk, maar dan beter?
“Dat is een aardige samenvatting. We gaan niet plotseling heel andere dingen doen dan we de afgelopen jaren hebben gedaan. Maar het wordt echt ambitieuzer. We willen bijvoorbeeld dat 25 procent van de beursaanvragen in de open competitie en het Talentprogramma gehonoreerd wordt. Dat is veel. In sommige programma’s zitten we nu dichter bij de 10 procent.”
Maar dat hangt ook van het aantal indieners af.
“We krijgen extra middelen en kunnen meer mensen een beurs geven, maar dat geldt niet voor alle programma’s. We kunnen het niet als NWO alleen. Daarvoor moeten we samenwerken met de universiteiten en andere betrokkenen.”
De minister geeft de universiteiten 300 miljoen euro voor starters- en stimuleringsbeurzen. Gaan die helpen om de druk op NWO te verlichten?
“Dat weten we niet, hè? Het kan best zijn dat die docenten met hun startersbeurs een promovendus of postdoc aanstellen, en gaat die dan weer een aanvraag doen bij NWO? Daar komen de sectorplannen à 200 miljoen euro per jaar nog bovenop: daarvoor moeten de instellingen ook mensen werven, en die gaan misschien ook een aanvraag indienen. Het is ongewis, we moeten het goed monitoren.”
Het is toch niet de bedoeling dat ze met hun beurs ook nog bij NWO aankloppen?
“Het staat heel voorzichtig in de brief van de minister, dat je geen NWO-beurs zou moeten aanvragen als je een startersbeurs hebt. Maar het is niet helemaal goed doordacht. We moeten misschien wat meer maatwerk leveren en geen barrières opwerpen.”
Wat voor maatwerk?
“Sommige NWO-beurzen zijn veel hoger dan een startersbeurs. Gaan ze dan die startersbeurs afslaan omdat ze liever kans maken op een Vidi? Er zijn ook vakgroepen waar je bij een vast contract standaard een eigen promovendus of postdoc krijgt. Kun je er bij een startersbeurs dan twee in dienst nemen? Of blijft alles hetzelfde en gaat het nu een startersbeurs heten? Er moet nog flink aan het plan gesleuteld worden. Ik wil het geen haastwerk noemen, maar je ziet wel dat er tijdsdruk achter zat. Ik vraag me ook af waar ze alle onderzoekers voor die vaste banen vandaan gaan halen. Je hebt nu een reservoir aan postdocs op tijdelijke contracten die zichzelf al drie keer bewezen hebben, dus de eerste klap is makkelijk. Maar daarna?”
U wilt de aanvraag van een NWO-beurs makkelijker en sneller maken. Hoe dan?
“Sommige procedures zijn al vrij vlot, andere helemaal niet. We moeten het hele proces goed onder de loep nemen. Maar het gaat vooral om vragen over bijvoorbeeld het diversiteitsbeleid en datamanagement, waarvan je je kunt afvragen waarom de individuele onderzoeker dat allemaal moet invullen. Dat gaan we aan de instelling vragen. Er zijn ook vragen over bijvoorbeeld de implementatie van de onderzoeksresultaten. Die vragen zijn eigenlijk alleen relevant als je de financiering ook echt krijgt, dus die gaan we alleen nog aan gehonoreerden stellen.”
En hoe kan het sneller?
“Wij vragen nu bijvoorbeeld internationale reviewers of ze binnen zes weken willen kijken naar een onderzoeksvoorstel. Maar je weet best hoe dat gaat. Dat voorstel ligt vijf weken op hun bureau en in de laatste week kijken ze ernaar. Je kunt beter zeggen: let op, over vier weken komt er een onderzoeksvoorstel jouw kant op, kun je daar dan meteen even naar kijken? Dat kost voor hen eigenlijk net zoveel tijd, maar onze procedure gaat dan veel sneller. Aan zulke ingrepen moet je denken.”
Verder wilt u onderzoek doen naar onderzoeksfinanciering, oftewel onderzoek naar uw eigen werk. Wat voor vragen leven er?
“We werken bijvoorbeeld met vooraanmeldingen. Gaat dat goed of niet? Het idee is dat onderzoekers eerst een kort voorstel van een A4’tje inleveren voor de eerste schifting, en dan pas een uitgebreide aanvraag. Dat scheelt immers tijd. Maar daar is ook kritiek op. Hoe kan een commissie nou op basis van zo’n korte tekst de diepgang van een onderzoeksvoorstel inschatten? Het komt ook wel voor dat zo’n korte aanvraag er met vlag en wimpel doorheen komt, terwijl de uitgewerkte aanvraag tegenvalt. Dat is natuurlijk jammer, en gebeurt het omgekeerde misschien ook weleens? Wijzen we aanvragen af die in hun uitwerking bij nader inzien heel goed zouden zijn? Kijk, we smijten er geen miljoenen tegenaan, maar het is goed om het uit te zoeken.”
Heeft u al een nulmeting gedaan om later te kunnen zien of het nieuwe beleid effect heeft?
“Nee, nog niet. We hebben al veel gegevens, bijvoorbeeld over doorlooptijd en honoreringspercentages, maar ik zou ook graag weten hoeveel tijd een commissielid nou besteedt per gehonoreerde aanvraag. Ze doen het allemaal in hun gewone werktijd en als ze dan minder tijd hebben voor hun eigen onderzoek, moeten ze dat in de avond of het weekend inhalen. Daar willen we wel meer zicht op.”
NWO wil ook duurzamer worden.
“Ja, wie niet? Dat kunnen we vooral in onze negen nationale onderzoeksinstituten doen. Daar kunnen we kijken hoeveel energie we gebruiken en of onze medewerkers eigenlijk wel de hele wereld over moeten vliegen.”
Maar u gaat geen duurzaamheidseisen stellen bij de aanvraag van NWO-geld?
“Ik wil niet nog meer hoepels waar onderzoekers doorheen moeten springen. Wat mij betreft is dit echt aan het personeelsbeleid van de kennisinstellingen. Dat wij toevallig de portemonnee vasthouden, geeft ons niet het recht om alsmaar meer eisen te stellen.”