Octrooibeleid universiteiten op orde
Er blijven bij universiteiten geen octrooien op de plank liggen. Er kan nog veel verbeteren aan de verspreiding en benutting van universitair onderzoek, maar het octrooibeleid is intussen wel op orde.
Die conclusie van universiteiten en kennisinstellingen krijgt steun van staatssecretaris Sander Dekker. “Kenniscirculatie en valorisatie gaan over meer dan octrooien”, schrijft Dekker in een brief aan de Tweede Kamer. “Van belang is dat de benutting van kennis van alle disciplines en in alle verschillende vormen meer aandacht krijgt.”
Maar er hoeft volgens Dekker geen nationaal fonds voor universitaire patenten te komen. Sterker nog, zo’n nationaal fonds zou de kostenafweging verstoren voor het al dan niet aanvragen van octrooi, schreven de onderzoeksinstellingen eerder dit jaar in een advies. “Deze conclusie deel ik”, zegt Dekker.
Wel kunnen de verschillende patentafdelingen van elkaar leren en misschien zelfs landelijk samenwerken. Bovendien zouden ze een sterker ‘mandaat’ moeten krijgen, oftewel meer steun van het universiteitsbestuur moeten krijgen.
Eerdere kabinetten maakten zich meer zorgen over octrooien van universiteiten. Vlak na de eeuwwisseling werd er een speciaal Platform Universitair Octrooibeleid opgericht, dat de zegeningen van patenten aan wetenschappers en bestuurders duidelijk moest maken. Een paar jaar later, in 2007, veranderde toenmalig wetenschapsminister Plasterk de wet, zodat de opbrengst van patenten ook deels naar de wetenschappers zouden gaan. Dat zou hen aanmoedigen om hun vindingen te patenteren.
Intussen is samenwerking met het bedrijfsleven voor wetenschappers gewoner geworden, net als het aanvragen van een patent. Een patent (of octrooi) beschermt kennis en is vergelijkbaar met het auteursrecht. Dankzij een patent kunnen bedrijven bepaalde vondsten commercieel uitbuiten zonder dat de concurrenten het idee zomaar mogen overnemen. Investeringen in kennis zijn dankzij patenten niet vergeefs.
Universiteiten hebben geen commercieel oogpunt, maar hun kennis zou volgens sommigen wel ten goede moeten komen aan de samenleving. Wie een medicijn ontwikkelt, kan dat alleen dankzij een octrooi bij de patiënt krijgen, anders is de farmaceutische industrie niet bereid aan de ontwikkeling mee te werken.