Onderwijs en onderzoek uit balans: minder promovendi kan helpen
Hogescholen en universiteiten worstelen allemaal met de vraag: hoe brengen we onderwijs en onderzoek meer met elkaar in evenwicht? Maar waar de nadruk in het hbo juist ligt op onderwijs, ligt die in het wo op onderzoek, zegt Jos de Jonge van het Rathenau Instituut maandagavond bij de Universiteit Utrecht. De zaal is gevuld met ruim honderd docenten en onderzoekers uit hbo en wo.
Het is het derde debat over de toekomst van de wetenschap, georganiseerd door het Rathenau Instituut in samenwerking met de Onderwijsraad en de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie. Aanleiding is het onderzoek Balans van de Wetenschap 2018, waarin de stand van zaken in de Nederlandse wetenschap in kaart is gebracht.
Lucky few hoeven even geen college te geven
“Onderzoek wordt bij ons gezien als iets dat je erbij doet”, beaamt Daan Andriessen, lector aan de Hogeschool Utrecht. “Onderwijs is de primaire focus. Het zijn de lucky few die even niet voor de klas hoeven te staan.”
Op universiteiten gaat alle aandacht juist naar het onderzoek. “Lesgeven wordt door sommigen gezien als een verplichting. Ze willen het liever afkopen, omdat het hen zou afhouden van het echte werk”, zegt De Jonge. Het hele systeem is volgens hem te veel gericht op onderzoek. “Daar zit het geld.”
Cultuuromslag is de sleutel
Voor een nieuwe balans moet er een cultuuromslag komen, daarover zijn de sprekers het eens. Maar hoe dat precies moet gebeuren, blijft enigszins abstract. Frank Miedema, voormalig vicevoorzitter van het UMC Utrecht, pleit voor “beleid van bovenaf”. Wetenschapsfinancier NWO moet op een andere manier gaan belonen en universiteiten moeten hun personeelsbeleid anders invullen.
Ook volgens Edith Hooge, voorzitter van de Onderwijsraad, ligt daar de sleutel. “Het komt erop neer dat je met mensen praat: wat doe je en doe je dat goed? Er moet meer waardering komen voor onderwijs.”
'Niet zo erg als er minder papers geschreven worden'
We hoeven ons volgens Miedema geen zorgen te maken over onderzoek. “Dat wordt goed bediend. Al die duizenden papers, het zou helemaal niet zo erg zijn als er daar wat minder van worden geschreven.”
Ook kan het aantal promovendi wat hem betreft wel wat omlaag. Al die mensen willen ook weer onderzoeksbeurzen, waardoor de aanvraagdruk alleen maar toeneemt, is zijn gedachte. “De maatschappij zou er niet heel anders uitzien zonder al die promovendi. De ouders en schoonouders zouden slechts een mooie dag hebben gemist”, grapt Miedema.