Onderwijstraineeship voor 1500 academici

Leraren hebben een imagoprobleem. Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker trekken daarom geld uit voor ‘excellentietrajecten’ en ‘toptalenten’ die het beroep meer prestige moeten geven. Maar het lerarensalaris gaat voorlopig niet omhoog.

Het kabinet wil meer academici verleiden tot een baan als leraar. Vooral bèta’s en afgestudeerden in één van de moderne talen komen als het aan de minister ligt vaker voor de klas te staan. Er wordt daarnaast geld uitgetrokken voor verbetering van de pabo en begeleiding van startende leerkrachten. Voor het totale pakket aan maatregelen is tot 2016 eenmalig 100 miljoen euro beschikbaar.

Van dat geld gaat 57 miljoen naar het aantrekken van academici. De minister en de staatssecretaris willen het aantal leraren met een universitaire opleiding tot 2017 verdubbelen. Dat betekent dat er de komende vier jaar 1600 extra afgestudeerden moeten kiezen voor een baan als leraar.

Vijftienhonderd academici kunnen zich opgeven voor een ‘onderwijstraineeship’ in het voortgezet onderwijs, schrijven ze in een brief aan de Kamer. Pas afgestudeerde masters mogen meteen aan de slag en worden ondertussen opgeleid tot eerstegraads docent. Tijdens het traineeship kunnen ze onderzoek doen.

Daarnaast wordt het al bestaande programma ‘Eerst de klas’ uitgebreid. De 27 academici die in 2012 begonnen, combineren een baan als docent met de lerarenopleiding en met een ‘leiderschapsprogramma’. Ze staan dus niet alleen voor giechelende pubers, maar krijgen ook trainingen en masterclasses van bedrijven als Shell en Tata Steel. In 2016 wil de minister het aantal opleidingsplaatsen uitbreiden tot 160.

Pas afgestudeerden worden streng geselecteerd op niveau en motivatie. De voorkeur gaat uit naar studenten met een opleiding in een van de moderne talen (Nederlands, Engels, Frans en Duits) of met een bètaprofiel (natuurkunde, scheikunde en wiskunde), omdat in die vakken een tekort is aan bevoegde docenten.

Het ministerie zet niet alleen in op academici voor de klas. Het niveau van alle docenten moet omhoog. Van de totale 100 miljoen euro is 8 miljoen bestemd voor verbetering van techniekonderwijs op de basisschool. Daarmee wordt ook het pabo-onderwijs aangepast. Onderwijzers in spe krijgen vanaf 2014 meer les in techniek en natuurwetenschappen, en ook hun docenten worden bijgeschoold.

Eenmaal afgestudeerd keren veel jonge docenten het onderwijs de rug toe. Er wordt daarom eenmalig 31 miljoen euro uitgetrokken om starters beter te begeleiden.

Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker hebben hun plannen ontvouwd terwijl ze met de vakbonden op ramkoers liggen over het salaris voor leraren. Docenten worden in de nieuwste bezuinigingsmaatregelen namelijk opnieuw op de nullijn gezet, waardoor hun salaris gelijk blijft en zelfs niet meestijgt met de inflatie.

De Algemene Onderwijsbond protesteerde gisteren tijdens een grote internationale lerarenmanifestatie in Amsterdam tegen de maatregel, die volgens hen “volstrekt onacceptabel” is.

Bussemaker en Dekker zijn niet bang dat het relatief lage lerarensalaris academici zal afschrikken. “Laten we ons niet op geld blindstaren”, zegt Bussemaker vandaag in de Volkskrant. “Ook meer geld en ruimte voor professionalisering maken het vak aantrekkelijker.”

Advertentie