Onderzoek naar genderbias: ‘Aan de peer-reviews ligt het niet’

Muur met portretten van vrouwelijke hoogleraren in het Academiegebouw. Foto DUB

Als het om publiceren gaat, hebben vrouwelijke wetenschappers nog altijd een achterstand op hun mannelijke collega’s. Zo slagen mannen er vaker in om een artikel gepubliceerd te krijgen én verschijnen die artikelen vaker in prestigieuze wetenschappelijke tijdschriften.

De schuld wordt wel eens bij de peer-reviewers gelegd: zij zouden manuscripten van mannelijke wetenschappers positiever beoordelen. Maar veel bewijs is daar nog niet voor. Aangezien tijdschriftgegevens vertrouwelijk zijn, beperkten eerdere studies naar peer-reviews zich meestal tot specifieke tijdschriften, of anders slechts een klein aantal titels.

Uitpakken
Dat is nu anders. Dankzij een overeenkomst tussen enkele grote wetenschappelijke uitgevers, zoals Elsevier en Springer Nature, konden onderzoekers uitpakken met een selectie van maar liefst 145 tijdschriften. Ze beschikten over 350 duizend manuscripten ingediend door zo’n 1,7 miljoen auteurs en over meer dan 760 duizend beoordelingen van 740 duizend peer-reviewers.

De grote vraag was in hoeverre geslacht van invloed is op ‘het lot’ van een ingediend manuscript. Dat berekenden de onderzoekers met behulp van algoritmes. Ze waren vanzelfsprekend niet in staat om de kwaliteit van elk manuscript te beoordelen, maar baseerden zich op allerlei andere variabelen.

Denk bijvoorbeeld aan het onderzoeksgebied, het aandeel vrouwelijke auteurs daarbinnen, de ‘impactfactor’ van een tijdschrift en het geslacht van zowel de reviewers als alle (eerste en laatste) auteurs. Ook werd er gekeken of het om een anonieme beoordeling ging.

Grotere kans
De conclusie van de onderzoekers: manuscripten van vrouwelijke wetenschappers krijgen geen slechtere peer-reviews dan die van hun mannelijke collega’s. Bij tijdschriften in de biomedische- en gezondheidswetenschappen is de kans dat artikelen van vrouwen geplaatst worden zelfs 5 procent groter, berekenden ze. In de levens- en natuurwetenschappen is dat voordeel 1,5 procent. Alleen in de sociale wetenschappen blijkt sprake van een balans.

Waar komt die publicatiekloof dan wel vandaan? Een belangrijke reden is dat vrouwen minder manuscripten indienen, menen de onderzoekers. Ter illustratie: slechts een kwart van de auteurs van de 350 duizend artikelen in deze studie was vrouw.

Vertekend beeld
De logische vervolgvraag is waar dát verschil dan vandaan komt. Eerdere studies toonden aan dat vrouwen hun eigen publicatiekansen lager inschatten, juist omdat zij vrezen voor bias. Om die reden dienen zij wellicht minder artikelen in, opperen de onderzoekers.

Wat niet meehelpt, is dat het bij wetenschappelijke tijdschriften vooral mannen zijn die de hogere redacteursfuncties bekleden. Daarnaast worden zij vaker ingezet als peer-reviewer: in de huidige studie was maar liefst 4 op de 5 reviewers man.

Ook dat kan een vertekend beeld geven van de publicatiekansen van vrouwelijke auteurs, waarschuwen de onderzoekers. Ze pleiten daarom voor meer vrouwelijke redacteuren en peer-reviewers bij wetenschappelijke tijdschriften.

Lockdown
Die oproep is trouwens niet slecht getimed, want in de coronacrisis dreigt de ongelijkheid tussen mannelijke en vrouwelijke wetenschappers juist verder toe te nemen. Tijdens de lockdown in het voorjaar dienden vrouwen aanzienlijk minder artikelen in dan hun mannelijke collega’s. Ongelijk verdeelde zorgtaken zouden daarbij een rol spelen.

De dataset van het huidige onderzoek naar genderbias in peer-reviews bevat overigens manuscripten en beoordelingen uit de periode 2010 tot 2016, lang vóór de coronacrisis dus.

Advertentie