Onderzoek schetst pijnlijk beeld huisvesting internationale studenten in Utrecht
Internationale studenten die in Utrecht een kamer proberen te vinden, bevinden zich in een uiterst penibele situatie. Dat blijkt eens te meer uit een artikel van de Utrechtse onderzoeker Christian Fang. Dat werd deze week gepubliceerd in het tijdschrift Housing Studies. Fang verrichte het onderzoek als masterstudent, maar werkt nu als promovendus bij Sociologie.
Fang interviewde in 2018 en 2019 achttien internationale studenten over hun Utrechtse wooncarrière. Enkelen daarvan hebben begrip voor de Nederlandse aanpak waarbij universiteiten de huisvesting van studenten aan woningbouwverenigingen als SSH Utrecht overlaten. Maar veel van de geïnterviewden beklagen zich over het gebrek aan steun van de universiteit bij het zoeken naar woonruimte.
Zo zegt een Oostenrijkse bachelorstudent over haar contact met de universiteit: “Het ergste is, denk ik, wanneer je de universiteit belt en ze je zeggen: ‘Ja, ik weet dat het moeilijk is’. Dank voor de hulp. Je denkt dat je in het ergste geval het International Office nog kunt bellen. Maar zij kunnen ook niets doen.”
Onverbloemd racisme
Bovendien zeggen de studenten vaak te stuiten op discriminatie tijdens hospiteeravonden. Het zou voor internationals moeilijker zijn om te voldoen aan het ideaaltype van de ‘gezellige’ huisgenoot.
Volgens sommige internationals zijn de sessies zelfs het toneel van onverbloemd racisme. Een student uit Curaçao vertelde dat een huis haar weigerde ook al spreekt ze prima Nederlands. “Nee, toen was het van: we geven de voorkeur aan onze Nederlanders.”
Ook bij de zoektocht via Kamernet of Facebook voelen de studenten zich vaak gediscrimineerd. Vaak waren kamers niet beschikbaar voor internationals en begonnen oproepen met NO INTERNATIONALS in hoofdletters.
Veel stress
Hoewel alle studenten soortgelijke problemen ondervonden, kwamen sommige van de bevraagde studenten eerder in de gewenste kamer terecht dan anderen. Studenten die vroegtijdig in eigen land beginnen te zoeken of die meer te besteden hebben, vergaat het uiteindelijk redelijk goed. Maar anderen hoppen van tijdelijke plek naar tijdelijke plek of moeten zelfs hun toevlucht tot de bank van vrienden nemen.
Uit de gesprekken blijkt volgens de onderzoekers bovendien dat de moeizame zoektocht naar geschikte huisvesting in een overspannen woningmarkt niet alleen gepaard gaat met een grote tijdsinvestering, maar ook met veel stress. Dit ging vaak ten koste van studie en van andere activiteiten.
Gezien de bevindingen zouden Nederlandse universiteiten en beleidsmakers hun beleid wat betreft huisvesting voor internationals moeten heroverwegen, zo wordt gesteld in de conclusie van het artikel. Als ze studenten accepteren en in veel gevallen hoge collegegelden laten betalen, zouden universiteiten ook de morele verantwoordelijkheid moeten voelen om voor goede huisvesting te zorgen.
In tegenstelling tot wat studenten in andere landen vaak gewend zijn, hebben Nederlandse universiteiten niet zelf de rol van huisvester, benadrukt Post. Maar volgens hem is het aantal kamers dat de UU bij kameraanbieders als SSH reserveert de afgelopen vijf jaren wel gestegen van 560 naar 900. Het aantal kamers voor internationals moet nog flink gaan toenemen. Dat kan in nieuwe studentencomplexen. Dit voorjaar komen er bijvoorbeeld vierhonderd tijdelijke woningen in het Utrecht Science Park beschikbaar. Een deel daarvan is voor internationals bestemd.
De universiteit probeert daarnaast studenten eerlijk voor te lichten over de moeizame woningmarkt, onder meer via een webinar. Daarin worden ook tips gegeven, bijvoorbeeld over de noodzaak om vroegtijdig te beginnen met zoeken. Ook is er in de zomermaanden extra personeel om internationale kamerzoekers te informeren.
Over de negatieve houding van Nederlandse studenten ten opzichte van internationale huisgenoten, zegt Post: “We proberen in onze communicatie studenten te wijzen op de meerwaarde die een international als huisgenoot kan hebben.”