Online proctoring: 'Je kunt niet alles digitaal doen'
Het was voor Daniel Haven best even schrikken toen het hoger onderwijs vorig jaar opeens overging op online tentaminering. “We moesten ons product van de ene op de andere dag opschalen, tot wel tienduizenden tentamens.”
Haven is oprichter en directeur van ProctorExam, een bedrijf dat antifraudesoftware levert aan universiteiten en hogescholen, zodat studenten kunnen worden gefilmd tijdens hun online tentamens. Sinds de start van de coronacrisis maken veel instellingen daar gebruik van, maar is er ook veel protest.
Extra stress
De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) verzamelt al een jaar klachten over online proctoring, vertelde voorzitter Lyle Muns vanmiddag tijdens een online rondetafelgesprek. Over privacy, maar ook over het gevoel om tijdens een tentamen constant bespied te worden. “Dat levert studenten extra stress op”, zei hij.
En vaak is onduidelijk wat studenten wel en niet mogen tijdens een tentamen, zei Muns. Wat als er een vogel langs het raam vliegt en iemand kort wegkijkt? Of als de internetverbinding even wegvalt? Worden ze dan als fraudeur bestempeld?
Klein kadertje
Dat beaamde Mike Klaassen, docent en examencommissievoorzitter bij Breda University of Applied Sciences (BUas). “Als studenten niet weten hoe het werkt, heerst er een gevoel van onmacht”, zei hij.
Zijn hogeschool verspreidde na de eerste maand online proctoring een enquête onder studenten: wat vonden ze er eigenlijk van? “Daaruit bleek dat studenten niet van de hoed en de rand wisten, maar wel meer wilde weten. Meer informatie neemt al veel onrust weg.”
Klaassen sprak zelf met studenten over wat er dan precies gefilmd werd. “Ze dachten dat hun armen in beeld waren, en de deur van hun kamer. Maar het is echt maar een klein kadertje. Als je ze dat uitlegt, valt het ze mee.”
Goed bezig
De moderator leidde het gesprek toch weer even terug naar het onderwerp privacy. Op dat gebied is ProctorExam goed bezig, vertelde Haven. Zo biedt het bedrijf een ‘AVG-garantie label’ en moet elke werknemer een privacy-training afronden. Ook wordt er gewerkt aan een ict-certificering die laat zien dat het bedrijf zijn gegevens goed beveiligt.
En hoe zit het dan met die gegevens van studenten die worden opgeslagen? Het enige wat wordt ingevoerd is de naam van de student en een emailadres, zei Haven. “Sommige instellingen beperken het zelfs tot een studentnummer.”
Die gegevens worden in een geheel andere omgeving bewaard dan de videobeelden. Zo kunnen ze nooit aan elkaar worden gekoppeld. Zou die gedachte studenten niet gerust kunnen stellen, vroeg de moderator.
Ongemakkelijk
Maar Muns bleef voorzichtig. “Ik wil ervoor waken dat we nu zeggen: als je maar genoeg informatie geeft, zijn alle zorgen weg. Dat zal voor sommige studenten zo zijn, maar een ander deel zal het altijd ongemakkelijk vinden dat ze tijdens een tentamen gefilmd worden.” Hij kon zich bovendien maar moeilijk voorstellen dat studenten vlak voor hun tentamen, “zwetend en gestrest” aandachtig de voorwaarden van de proctoringsoftware doornamen.
En hoe moet het komend studiejaar, wanneer er dankzij vaccinaties hopelijk weer meer mogelijk is? “Ik hoor bestuurders openlijk filosoferen over het doorzetten van de digitalisering”, zei Muns. “Wat je digitaal heel goed kunt doen, is kennis overbrengen. Maar wat je zult blijven missen, is dat gevoel van een community.”
Dat geldt ook voor tentamens, vervolgde hij. “Als je daar je studiegenoten kunt zien, of samen nog even snel de stof kunt doornemen, ook al ben je supergestrest: dan voel je je toch weer wat beter. Je kunt niet alles digitaal doen. We moeten heel zorgvuldig nadenken over welke plek we digitalisering in de toekomst geven.”
Nostalgie
Klaassen van BUas kon zich in dat beeld vinden. “Je kunt online niet na afloop even op elkaar wachten en de vragen nabespreken. Ook dat is community: het doet toch iets met je als student.”
Maar Haven zag het anders. Hij koesterde juist de ervaring om online met duizenden andere mensen wereldwijd ideeën uit te wisselen. “Ik begrijp die nostalgie: het klinkt heel romantisch om na het tentamen samen een kopje koffie te drinken. Maar ik vond het tegenovergestelde geweldig: dat ik online deelnam aan een vak met mensen die ik eigenlijk niet ken.”
Het belangrijkste is dat er keuzevrijheid is, stelde Muns verschillende keren. Studenten moeten niet alleen kunnen kiezen tussen proctoring of studievertraging. “Het probleem is niet dat proctoring bestaat, maar dat er het afgelopen jaar uit noodzaak geen keuze is geweest.”