Voorlichting ontbreekt nog
Op papier doen studentenverenigingen veel tegen grensoverschrijdend gedrag
Geregeld komen studentenverenigingen in het nieuws vanwege seksueel overschrijdend gedrag. Denk hierbij aan de bangalijsten van het Groningse Vindicat, het diner van het Amsterdamse A.S.C./A.V.S.V. waarin vrouwelijke leden werden uitgemaakt voor hoer en sperma-emmers, en groep-chats waarin leden van het Maastrichtse Tragos opdrachten gaven om vrouwelijke leden te betasten. En dat blijft niet altijd bij woorden. Uit onderzoek van Amnesty International blijkt dat één op de tien vrouwen in haar studententijd wordt verkracht. De besturen van de grote Utrechtse verenigingen vonden het alarmerend cijfers en willen er iets aan doen. Daarom hebben ze vorige week in een bijeenkomst een intentieverklaring ondertekend. Later dit jaar zal deze worden aangeboden aan burgemeester Sharon Dijksma en Mariëtte Hamer, de landelijk regeringscommissaris grensoverschrijdend gedrag. Yason Sinout, voorzitter van de Utrechtse studentenunie Vidius, die de bijeenkomst organiseerde, ziet een landelijk vervolg voor zich. “Samen dezelfde richtlijnen hebben zorgt voor meer zekerheid.”
Actiepunten
De actiepunten zijn vooral een handige checklist voor verenigingen, vervolgt Sinout. “Er staat bijvoorbeeld in dat ze vertrouwenspersonen met hun contactgegevens op hun site zouden moeten zetten.” In het document, dat is opgesteld door verschillende Utrechtse besturen, staat dat de ondertekenaar gedragsregels over overschrijdend gedrag opneemt in het verenigingsstatuut. Ook staat er dat er interne en externe vertrouwenspersonen moeten worden aangesteld die goed vindbaar zijn en dat het bespreekbaar maken van vervelende ervaringen wordt bevorderd met trainingen of andere ondersteuning.
Andere studentensteden
In andere studentensteden zijn net als in Utrecht ook al afspraken gemaakt over de omgang met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Twee jaar geleden heeft de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV) samen met de 48 besturen die ze vertegenwoordigt gezamenlijke richtlijnen opgesteld. Ook heeft de LKvV vorig jaar een conferentie met de besturen gewijd aan dit onderwerp.
Actie
Een inventarisatie bij acht grote corporale en niet-corporale verenigingen die meer dan duizend leden hebben en twee kleinere verenigingen leert dat gedragsregels en vertrouwenspersonen er over het algemeen wel zijn. Bij onduidelijkheden is gebeld. In Groningen, Rotterdam, Amsterdam, Leiden, Delft en Maastricht blijken besturen sinds enkele jaren actief bezig te zijn met maatregelen tegen grensoverschrijdend gedrag. Verenigingen die eerder in opspraak raakten, zoals het Groningse Vindicat, het Amsterdamse A.S.C.-A.V.S.V. en het Maastrichtse Tragos, hebben alle drie hun gedragsregels geüpdatet en hebben nu regels op basis waarvan grensoverschrijdend gedrag kan worden veroordeeld. Ook de andere verenigingen hebben soortgelijke gedragsregels. Naast regels zeggen ook alle besturen in ieder geval interne vertrouwenspersonen te hebben. Dat zijn vaak getrainde student-leden. Niet alle verenigingen hebben externe vertrouwenspersonen, oftewel mensen buiten de vereniging waar ze bij terecht kunnen. De verenigingen die dat wel hebben doen in de meeste gevallen een beroep op oud-leden met een achtergrond in de psychische hulpverlening. De twee kleine verenigingen hebben geen externe vertrouwenspersonen. Of leden de vertrouwenspersonen altijd kunnen vinden is nog maar de vraag. Bij maar drie van de tien verenigingen staan de vertrouwenspersonen met hun contactgegevens op de site. Presentaties en praatgroepen over grensoverschrijdend gedrag tijdens de introductietijd worden slechts enkele keren genoemd. Bij het Leidse Augustinus verzorgt een wijkagent een training over grensoverschrijdend gedrag en een bestuurslid van Vindicat geeft tijdens de introductietijd voorlichting over grensoverschrijdend gedrag en het belang van wederzijdse instemming bij seks.
Papieren werkelijkheid
Janna Willems van Amnesty International, dat momenteel campagne voert tegen seksueel geweld vindt het ‘fantastisch’ dat studentenverenigingen in actie komen en slachtoffers ondersteunen. Maar alleen het aanpassen van gedragsregels is niet genoeg “Dan bestaat de kans dat het niet gaat leven bij een vereniging. Als bestuur kun je veel dingen doen om juist het bewustzijn rondom wederzijdse instemming en seksueel geweld te vergroten.” Ze pleit voor trainingen waarin leden beter leren omgaan met situaties van seksueel grensoverschrijdend gedrag en ze slachtoffers ook beter kunnen steunen. In de strijd tegen het grote aantal verkrachtingen voert Willems campagne voor een goede nieuwe zedenwet, die er in 2024 moet komen. “Iedereen die een verkrachting meemaakt verdient goede wettelijke bescherming. In die wet moeten daarom gelijkwaardigheid, vrijwilligheid en instemming centraal staan. Alleen dan kan je zeker weten dat slachtoffers van verkrachting iets kunnen doen.”