Open Universiteiten komen met alternatief voor moocs

Jarenlang werd het afstandsonderwijs in Nederland gedomineerd door de Open Universiteit en private instellingen als de LOI. Maar nu steeds meer universiteiten hun colleges online zetten, moeten ze snel actie ondernemen.

De zogeheten ‘massive open online courses’ (moocs) die door Amerikaanse topuniversiteiten als Harvard en Princeton online worden gezet, zijn gratis te volgen. Instellingen die geld vragen voor afstandsonderwijs, hebben in de Verenigde Staten als eerste last van de nieuwe manier van lesgeven. Want waarom zou je betalen voor een cursus statistiek als je er gratis één kunt volgen bij een Harvard-hoogleraar?

Ook Nederlanders die zich willen laten bijscholen, zijn niet meer per definitie aangewezen op een dure cursus. “De mooc-markt groeit zo hard, dat ook Europese onderwijsinstellingen daar last van gaan krijgen”, beaamt Timo Kos, onderwijsconsultant bij Capgemini. “Ik verwacht dat vooral de open universiteiten hun strategie moeten aanpassen. Ze moeten de opkomst van mooc’s scherp in de gaten houden.”

In Nederland hebben private instellingen als LOI en NCOI volgens Kos een voorsprong op de Open Universiteit, omdat ze meer ervaring hebben met de “vechtmarkt” die het onderwijs op wereldniveau aan het worden is. Hij verwacht niet dat de instellingen per definitie over de kop gaan, want daarvoor zijn er te veel studenten die begeleiding nodig hebben. En dat bieden de moocs niet.

Daarmee willen de Europese open universiteiten zich inderdaad blijvend onderscheiden, benadrukt Fred Mulder, Unesco-hoogleraar in Open educational resources bij de Open Universiteit en voormalig rector. De instelling heeft een goede reputatie en eindigt steevast hoog in de ranking van de Keuzegids Universiteiten.

Nagenoeg alle Europese open universiteiten hebben met elkaar afgesproken om een alternatief te bieden voor de Amerikaanse platforms. “Door de opkomst van kapitaalkrachtige platforms als Coursera, Udacity en edX moeten we ons nog scherper gaan profileren. De Open Universiteit heeft een sterke positie, maar om die te behouden moeten we wel alert zijn”, aldus Mulder.

“We hebben jarenlang ervaring met open onderwijs en bieden sinds 2006 gratis zelfstudiecursussen aan. Daardoor hebben de online cursussen van Europese open universiteiten een aantal voordelen ten opzichte van de mooc’s. Ze kennen geen vaste studieroosters, zijn ontwikkeld voor zelfstudie, leggen geen accent op videocolleges, en je kunt er een formeel certificaat mee halen.” Het zijn dan ook geen moocs (‘massive open online courses’), maar moucs (‘massive open university style courses’), benadrukt hij.

Bovendien zullen de moucs ook in andere talen dan alleen het Engels worden aangeboden. “Daar komt nog bij dat de culturele context belangrijk is in het onderwijs. Een regelrechte export van Amerikaanse onderwijsproducten naar andere continenten is zeker niet op voorhand een succes.”

Anders dan bij Coursera en Udacity komt er geen overkoepelend operationeel platform maar alleen een communicatieportaal dat doorverwijst naar de instellingen die de mouc’s aanbieden. Dat wordt waarschijnlijk begin april gelanceerd.

 

Advertentie