Coalitie houdt voet bij stuk
Oppositie wil energietoeslag voor studenten
Twee dagen lang debatteerde de Tweede Kamer over de Rijksbegroting voor 2023. Een heet hangijzer zijn de oplopende energiekosten. Het kabinet komt met een prijsplafond voor gas en elektriciteit, naast andere maatregelen om de koopkracht overeind te houden.
Omdat studenten toch al van alles in hun portemonnee voelen, hoeven ze volgens het kabinet geen energietoeslag van 1.300 euro te krijgen. De oppositie vindt dat onbegrijpelijk.
Onbestaanbaar
Hoe zit het dan met de rechtszaak die een student deze zomer van de gemeente Nijmegen heeft gewonnen, vroeg Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren. Ze noemde het “onbestaanbaar” dat het kabinet na dat vonnis nog aan het eerdere beleid vasthoudt.
Daar dacht premier Mark Rutte anders over. Voor de uiterste gevallen is immers 35 miljoen euro uitgetrokken, waarmee studenten van hun gemeenten ‘individuele bijzondere bijstand’ kunnen krijgen.
“En de uitspraken van de rechter leggen we naast ons neer”, sneerde Ouwehand. “Nou, lekker verhaal!” Ze diende een motie in om studenten alsnog recht te geven op de toeslag. De voltallige oppositie steunde die motie, maar regeringspartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie stemden ertegen en zij hebben samen een meerderheid.
Een vergelijkbare motie van Caroline van der Plas (BBB) werd ook verworpen. Studenten betalen hun energie vaak via hun verhuurder, zei ze, en er zijn ook huishoudens die een energiemeter delen. Zorg dat de energiecompensatie ook bij hen terechtkomt.
Pechgeneratie
Rutte kruiste ook even de degens met Sylvana Simons (Bij1) over studieschulden en de hoge kosten die studenten hebben. Simons wil onder meer een goede compensatie voor (oud-)studenten die geen basisbeurs ontvingen. Ze vindt de geplande tegemoetkoming van 359 euro per misgelopen jaar basisbeurs te weinig.
De premier zag het probleem niet. “Ik heb altijd een hekel gehad aan de term ‘pechgeneratie’”, zei hij. “De honderdduizenden studenten die op dit moment het hbo en de universiteit volgen op basis van het huidige stelsel, doen dat met een fatsoenlijke ondersteuning vanuit de overheid via het leenstelsel.”
Die 359 euro per misgelopen jaar basisbeurs (in totaal een miljard euro) is volgens de premier geen ‘compensatie’. “Dan had je namelijk het tienvoudige nodig gehad.” Het miljard is volgens hem bedoeld “om te erkennen dat je van het ene stelsel naar het andere stelsel overstapt”.
Simons diende een motie in om de lasten van studenten op allerlei manieren te verlichten. Die kreeg veel steun van andere oppositiepartijen, maar strandde op de coalitie en de SGP.
Geen Engels meer
De toestroom van internationale studenten riep ook vragen op bij de oppositie. Rutte erkende het eruit voortvloeiende probleem van volle collegezalen en een tekort aan studentenwoningen. Over het beheersen van het aantal buitenlandse studenten denkt de minister van Onderwijs na, verzekerde hij. Instellingen die de toestroom te groot vinden, zouden ervoor kunnen kiezen “om van het Engels terug te gaan naar het Nederlands”.
Dat laatste vindt Pieter Omtzigt sowieso een goed idee. Hij wil dat de regering met de universiteiten een plan maakt zodat het Nederlands binnen vier jaar weer de voertaal is bij bacheloropleidingen. Maximaal twintig procent zou daarvan af mogen wijken, dacht hij. Maar zijn motie haalde het niet.