Universiteit kondigt discussie over onderlinge omgangsvormen aan
Ouders van slachtoffers Utrechtse bangalijsten willen hardere maatregelen
Leden USC voor het Gele Kasteel. Foto DUB
Leden van het Utrechtsch Studenten Corps stelden dit voorjaar een lijst samen van leden van het vrouwencorps UVSV. De eerstejaars leden werden vermeld met foto’s, contactgegevens en beschrijvingen van hun prestaties in bed. Ouders van deze studenten namen advocaat Ina Brouwers in de arm om de makers te vervolgen.
Deze advocaat verspreidde afgelopen weekeinde een persbericht waarin staat dat de ouders vinden dat studentenverenigingen en universiteiten geen “effectief en helder sanctiebeleid” hebben. Daders worden bovendien niet aansprakelijk gesteld en slachtoffers worden aan hun lot worden overgelaten. Vandaar dat ze een stichting hebben opgericht die hier verandering in moet brengen.
Slachtoffers staan er alleen voor
De ouders denken dat het opstellen van convenanten “volstrekt onvoldoende” is om een cultuurverandering teweeg te brengen. Ze verwijzen daarmee waarschiijnlijk naar een gedragscode die vijftig studentenverenigingen, waaronder het USC, vorige maand in Utrecht ondertekenden.
In de Volkskrant legt een ouder, tevens bestuurslid, uit waarom verdergaande maatregelen bij verenigingen en universiteiten noodzakelijk zijn: “Het wordt nog steeds cool gevonden om een bangalijst te maken, terwijl slachtoffers er alleen voor staan.”
Behalve twee ouders zit ook journalist Milou Deelen in het bestuur. Zij was in 2016 slachtoffer van de ‘bangacultuur’ bij het Groningse Vindicat. Het bestuur wordt bijgestaan door een de advocaten Ina Brouwer en Otto Volgenant, en strafrechtjurist Pieter Huisman.
Op de agenda
Tijdens een vergadering van de Universiteitsraad zei rector Kummeling maandag dat er inmiddels al een gesprek heeft plaatsgevonden met de ouders en de advocaten. Zij verzochten het UU-bestuur “scherpere omgangsvormen, ook online” en “strengere sancties”, zei Kummeling
Het UU-bestuur was naar aanleiding van de recente gebeurtenissen al van plan om dit onderwerp op de agenda te zetten en binnen de universiteit te bespreken, aldus Kummeling. “Wat is wenselijk gedrag en wat niet?, hoe ga je met elkaar om en hoe niet? En dan zal ook aan de orde komen of we dat moeten vastleggen in regels of codes, en zo ja hoe.”