Studenten voor kerncentrale op De Uithof

Partijen clashen in Veritas over kerncentrales, politiek vertrouwen en leenstelselcompensatie

Verkiezingsdebat in vidius, foto DUB
Het verkiezingsdebat op de sociëteit van Veritas. V.l.n.r.: Judith Tielen (VVD), Kees van Vuuren (BBB), Spencer Alberg (D66), Simon Pouwels (NSC), Ernst Boutkan (Volt), Lisa Westerveld (GroenLinks-PvdA) en presenator Marcelo Mooren.

Dankzij de studentikoze sfeer is de feestzaal van Veritas geen slechte plek voor een verkiezingsdebat: de simpele opklapbankjes, rode discolichten en bemenste biertappen dragen bij aan een informele stemming waar naast serieuze argumenten ook ruimte is voor gezelligheid. Het debat werd dan ook georganiseerd door de studentenorganisaties Vidius, Utrecht Debating Society en de Federatie Utrechtse Gezeligheidsverenigingen (FUG). Desondanks bestond de volle zaal maar voor een klein deel uit leden van Veritas en andere gezelligheidsverenigingen en kwamen sommige van de aanwezige studenten zelfs van buiten Utrecht.

“Ik vind het jammer dat de Partij voor de Dieren niet is uitgenodigd”, zegt een van aanwezige studenten voorafgaand aan het debat. Ze hoopt dat de stellingen van vanavond in ieder geval over het klimaat, het Israël-Palestina conflict en de compensatie voor de pechgeneratie gaan, zegt ze. Geopolitieke onderwerpen kwamen weinig aan bod, maar de klimaatcrisis en de leenstelselcompensatie zouden later die avond nog onderwerp worden van vurige discussie.

 

Na een eerste ronde bier gaat het evenement bijna een kwartier later dan gepland van start met een debat tussen Simon Pouwelse (Nieuw Sociaal Contract) en Ernst Boutkan (Volt) over de voertaal in het hoger onderwijs. Volgens Pouwelse moet het hoger onderwijs de-internationaliseren en Nederlands herinvoeren als voertaal, mede om het tekort aan Nederlands sprekende GGZ-psychologen te verhelpen en het tekort aan studentenwoningen te verlichten voor Nederlandse studenten. Boutkan pareert: “Engels is de taal van de wetenschappelijke gemeenschap en binnen deze gemeenschap hoort een internationale uitwisseling van kennis. Maa.re we moeten wel af van de huidige financiële prikkel die onderwijsinstellingen stimuleert zoveel mogelijk internationals binnen te halen.”

“Door Nederlandse studenten in het Engels op te leiden, lekt onze kennis weg”, brengt Pouwelse hier tegenin. Hij herhaalt zijn argument over het tekort aan GGZ-psychologen, maar wordt tegengesproken door Lisa Westerveld (GroenLinks-PvdA): ze stelt dat het huidige tekort eerder te wijten is aan een gebrek aan middelen binnen de postmaster-opleidingen tot GGZ psycholoog. Haar punt wordt met luid applaus onthaald.

Even later gaan de VVD en BBB met elkaar in debat over de vraag of publieke referenda een middel kunnen zijn om het vertrouwen in de politiek terug te winnen. Kees van Vuuren (BBB) steekt af: “Het vertrouwen in de politiek is momenteel op een dieptepunt in Nederland. Door referenda te organiseren kan de politiek dit vertrouwen terugwinnen en burgers stimuleren meer betrokken te raken.” 

Judith Tielen, Kamerlid voor de VVD en tevens oud-Veritijn, stelt dat referenda niet realistisch of wenselijk zijn. “Een complexe kwestie of een nieuwe wet gaat door een maandenlang traject van Kamerdebatten, onderzoek, amendementen en consensus zoeken. Als je burgers deze wet of kwestie vervolgens gaat voorleggen als een simpele ja-nee vraag, dan reduceer je de diepgang en is dit hele proces voor niks.” 

Tielen vraagt de BBB’er of hij een voorbeeld heeft van een succesvol referendum. Van Vuuren antwoordt dat in steden als Amersfoort al jaren met referenda wordt gewerkt. “Ja”, reageert Tielen bijna schertsend, “maar dat gaat over simpele kwesties zoals parkeerzones en koopzondagen; niet over ingewikkelde kwesties zoals de pensioenwet.”

 

Na een korte pauze gaat Tielen weer in debat, dit maal met Westerveld over de problemen in de GGZ – een onderwerp waar beiden zich eerder als Kamerlid mee hebben bezig gehouden. Westerveld en Tielen benadrukken allebei dat de geestelijke gezondheidszorg kampt met bureaucratische problemen en lange wachtlijsten, maar komen niet met concrete oplossingen. Volgens Westerveld is een deel van de huidige problematiek ook aan de veranderende samenleving te wijten: “Er wordt tegenwoordig heel veel gevraagd van jongeren: Ze moeten populair zijn op social media, razendsnel afstuderen en hebben geen ruimte om eens te falen of fouten te maken.” Dat zorgt ervoor dat meer jongeren aankloppen bij de GGZ. Er wordt geklapt. 

Ook tijdens het debat met Spencer Alberg (D66) over het bouwen van nieuwe kerncentrales wordt er geapplaudisseerd voor Westerveld. “Het lijkt wel alsof de hele zaal links is”, grapt een aanwezige. De partij GroenLinks-PvdA is tegen nieuwe kerncentrales, zegt Westerveld. Het kan wel tientallen jaren duren voordat ze gebouwd zijn en eindelijk energie produceren. Bovendien kunnen partijen de bouw van kerncentrales gebruiken als excuus om te blijven vervuilen, zegt ze. “We moeten direct inzetten op hernieuwbare energie die we komende jaren al kunnen gebruiken.” 

Volgens Alberg heeft de Nederlandse bevolking niet de luxe om te kiezen tussen kernenergie en energie van windmolens en zonneparken: het is nodig om in beide te investeren. “De noodzaak is hoog en dankzij wetenschappelijk innovatie kunnen we het kernafval recyclen en steeds veiligere kerncentrales bouwen.” 

Haagse lobbyist Marcelo Mooren, die als presentator al vanaf het begin met succes het publiek bij het debat betrekt, vraagt de zaal wie voor het bouwen van nieuwe centrales is. Een derde van de mensen steekt een hand in de lucht. “En wat nou als de centrale op De Uithof gebouwd wordt?”, vraagt hij uitdagend. Tot zijn verbazing gaan er nu zelfs meer vingers de lucht in. “Een kerncentrale past wel bij de trieste atmosfeer daar”, grinnikt een student.

 

Even later is het de beurt aan Volt en BBB om zich op het klimaatvraagstuk te werpen. Mooren vraagt het publiek hoeveel van de aanwezigen vegetarisch eten en is wederom verbaast: een groot deel van de handen gaat weer omhoog. “Wat doe ik hier eigenlijk?”, grapt Kees van Vuuren (BBB). De stelling van dit debat: kantines in het hoger onderwijs moeten voortaan vleesvrij zijn. Van Vuuren is tegen: “Niemand komt aan mijn broodje kroket op vrijdagmiddag!” Hij haalt een onderzoek aan waaruit blijkt dat dierlijke eiwitten in een gezond dieet passen en stelt dat iedereen zelf moet kunnen kiezen wat diegene eet. Ook Alberg (D66) en Tielen (VVD) laten liever de keuze bij de instelling zelf.

Boutkan van Volt is daarentegen juist vóór een verbod op vlees in de universiteitskantines. Een dieet met vlees kan gezond zijn maar de meeste Nederlanders eten juist te veel vlees en te weinig groente, zegt hij. Daarnaast is het ook slecht voor het klimaat. “We lopen tegen de grens van onze planeet aan en kunnen een vleesrijk dieet niet vasthouden. Juist academische instellingen zitten in de positie om deze problemen aan te kaarten en keuzes te maken die leiden tot gedragsverandering.”

Na afloop van de debatten worden er vragen gesteld aan en vanuit het publiek. Een aantal aanwezigen zegt veranderd te zijn van politieke voorkeur. “Waarschijnlijk ga ik nu toch voor Volt stemmen in plaats van GroenLinks-PvdA”, zegt een student. Na een vraag over abortuswetgeving en het Israël-Palestina conflict – die uiteindelijk niet wordt behandeld – wordt dé vraag gesteld waar de studenten op zaten te wachten: hoe moet de leenstelselgeneratie gecompenseerd worden?

De partijen presenteren een combinatie van maatregelen: de rente op de lening moet beperkt worden of zelfs naar nul procent, de schuld mag niet meer meetellen bij het aanvragen van een hypotheek en Volt belooft de leenstelselstudenten zelfs 10.000 euro. Het zwarte schaap op het podium blijkt de VVD, die enkel voor soepelere hypotheek-regelingen pleit. “Ik ga hiermee geen zieltjes winnen maar ik hoop dat jullie ook naar andere thema's kijken wanneer jullie gaan stemmen”, zegt Tielen. Ze is het niet eens met de term 'pechgeneratie': “Als je dat maar blijft herhalen dan blijf je zelf geloven dat je een slachtoffer bent.”

Tielen weet haar standpunt overtuigend te brengen. “Als leenstelselstudent betaal je maar een bepaald percentage van wat je boven het minimumloon verdient. Mocht je weinig verdienen dan hoef je dus ook weinig te betalen en bovendien wordt na 35 jaar de overgebleven schuld kwijtgescholden.” De zaal is stil en neemt haar argument serieus – totdat ze stelt dat studenten zich weinig zorgen hoeven te maken omdat ze later toch vier keer modaal gaan verdienen. De zaal barst uit in geroesemoes en gelach. Vol ongeloof vragen ze zich luidop af: “Hoe en wanneer ga ik ooit 12.000 per maand verdienen?” Met deze laatste vraag als afsluiter van het verkiezingsdebat is het mogelijk dat de VVD inderdaad weinig zieltjes wint deze avond.

Advertentie