Polsbandje moet beeld geven van gezondheidsrisico's in de rusteloze stad
“Onze genen zijn nog steeds ingesteld op leven op de savanne. Daarentegen brengen mensen tegenwoordig het grootste deel van hun leven door in steden. Bijna negentig procent van de Nederlanders kampt met slaapproblemen.” Dat zegt Roel Vermeulen van het Instituut voor Risk Assessment van de faculteit Diergeneeskunde. Het ligt voor de hand dat het rusteloze bestaan van tegenwoordig homo sapiens is gaan dwarszitten. Niet alleen door de lucht waaraan hij is blootgesteld, maar bijvoorbeeld ook licht, geluid, continue werkdruk of een almaar wisselend dagritme door de 24-uurseconomie.
Vermeulen is initiatiefnemer van het Human Exposome-project, de opvolger van het Human Genome-project. Bij het Human Exposome wordt onderzoek gedaan naar de omgevingsinvloeden, terwijl het Human Genome-project vooral kijkt naar de genen.
Maandag 11 april ondersteunen de universiteiten van Toronto, Hong Kong en Utrecht dit Exposome project met een samenwerkingsovereenkomst en een programma van studentenuitwisseling. De universiteiten willen zich ontwikkelen tot het belangrijkste internationale expertisecentrum in de gezondheidsrisico's van het moderne leven. Want grote kwaaddoeners zoals roken, alcohol, slecht eten of asbest zijn immers wel bekend, maar deze verklaren nog maar de helft van het ontstaan van chronische ziekten door omgevingsfactoren.
Aan omgevingsfactoren kun je, in tegenstelling tot genen, sleutelen. Vermeulen: “In potentie kan ons project dan ook een grote impact op de volksgezondheid hebben dan het Genome-project. Bij de EU is het eindelijk gelukt ook geld voor dit Human Exposome-project los te peuteren. Utrecht loopt daarbij voorop.”
Om de kleintjes onder de gezondheidsrisico's te achterhalen moet per mens afzonderlijk de blootstelling aan het milieu bepaald worden. Maar dat vergt grote investeringen. “Je moet daarvoor heel veel data van hele grote groepen mensen kunnen analyseren.” In het verleden bleven volgens Vermeulen kleinere gezondheidsrisico's zoals slaapproblemen, overmatig gebruik van het mobieltje of teveel licht, in vergelijking met bijvoorbeeld roken, alcohol of blootstelling aan asbest vaak steken in schemerige welles-of-nietes-discussies.
Het gebruik van het mobieltje vlak voor het slapen gaan, speelt daarbij bijvoorbeeld ook een rol. Het mobieltje geeft teveel licht af om je lichaam zich te laten klaarmaken om te gaan slapen. Dit doet het lichaam normaal door melatonine aan te gaan maken als het donker wordt. Niet voor niets gaat Apple een blauw filter in zijn nieuwste iPhones inbouwen. Steeds meer groeit het inzicht dat goede nachtrust toch aardig belangrijk is voor de gezondheid. In sommige Amerikaanse steden overwegen bestuurders zelfs een verbod op lichtreclame.”
Nieuwe technieken maken het tegenwoordig mogelijk om harde cijfers te verzamelen. Bijna iedereen heeft een mobieltje. Goedkope sensoren om de hartslag of bloeddruk te meten, liggen tegenwoordig al in de supermarkt. De hype van de 'quantified self', waarbij sporters en wandelaars hun eigen prestaties voortdurend kwantitatief willen meten en inzien, wakkert de ontwikkeling van andere gezondheidssensoren aan. De universiteiten van Toronto en Hong Kong hebben veel kennis in sensoren, in Utrecht zijn ze meesters in het opzetten en analyseren van grote steekproeven.
“Het polsbandje waaraan we gezamenlijk werken, kan blootstellingsniveaus van schadelijke stoffen in de stad gaan meten. Hij beschikt via gps tevens over zijn precieze plaats. Voeg je dit samen met bloedsamples waarover bijvoorbeeld de bloedbanken beschikken en gegevens over de sociale en economische situaties van mensen waarover het Centraal Bureau voor de Statistiek beschikt, dan begin je een aardig compleet beeld van de stadse omgeving van een persoon te krijgen."
Bij het ondertekenen van de nieuwe Memory of Understanding krijgen de collegevoorzitters als eerste een speciaal polsbandje om. Het moet het begin zijn van projecten waarin bij grote groepen stadsbewoners gemeten gaat worden aan welke schadelijke stoffen ze blootstaan. Dit gebeurt tegelijk in Utrecht, Toronto en Hong Kong. “Voor ons is het interessant de risicofactoren te kunnen vergelijken van zulke verschillende steden. Toronto heeft bijvoorbeeld veel autoverkeer, terwijl Utrecht in de binnenstad al bijna autovrij is. Hong Kong kenmerkt zich weer door de verontreinigde, vochtige en hete lucht en de 24-uurseconomie.”
“Hoe het komt dat de Human Genome en Proteosome-projecten zulke enorme publieke onderzoeksgelden hebben weten vrij te maken, en het Exposome-project nog zo weinig? En dat terwijl het Exposome-project meer potentie heeft de volksgezondheid te verbeteren? Status? Tsja, ze werken op fundamenteler niveau. Genen en moleculen. Dat appelleert vooral aan wat de professoren willen weten. Maar ik kan je met harde cijfers aantonen dat zeventig tot negentig procent van chronische ziektes in principe te voorkomen is. Gewoon door een gezondere levensstijl of een verbeterd milieu. Je hebt helemaal geen genomen of proteosomen nodig om dat aan te pakken.”
Het zou dus best wel eens zo kunnen zijn dat het Exposome-project de mens gaat onthullen hoe schadelijk de moderne leefwijze eigenlijk wel niet voor zijn eigen gezondheid is. Of mensen met die kennis ook inderdaad zullen willen kiezen voor een minder rusteloos leven is echter nog maar de vraag. "Het gaat er mij alleen om, om de harde cijfers boven te krijgen. Daarna kan het maatschappelijke debat beginnen."