Prinses Laurentien inspireert Utrechtse studenten tot sociaal ondernemerschap
Prinses Laurentien riep de Utrechtse economiestudenten dinsdag op hun jeugdige energie in te zetten om de wereld socialer en duurzamer te maken. “Don’t grow up to be stale adults.” De prinses was de eregast op het engelstalige mini-symposium over sociaal ondernemerschap van de Utrecht School of Economics.
Vorig jaar juni werd het Utrecht University Social Entrepeneurship Initiative gelanceerd en vanaf september kunnen studenten de nieuwe minor Sociaal Ondernemerschap volgen. Het sociaal ondernemerschap is populair onder studenten, zegt universitair docent Niels Bosma die tijdens het mini-symposium uitlegt dat sociaal ondernemers wel een winstoogmerk hebben, maar een betere wereld voorop stellen.
Dat geldt ook voor het bedrijf FunkyJunk Recycled in Cambodja. Deze onderneming is opgericht door Marc Lansu en zijn vrouw Debbie Watkins die zich afvroegen hoe ze de grote afvalberg van plastic tassen uit het milieu konden halen. Nu hergebruiken zij het plastic en maken er huishoudelijke producten van die ze vervolgens weer verkopen. Zo hebben zij een inkomen, helpen zij het milieu en zorgen ze er voor dat de plaatselijke bevolking werk heeft voor een goed loon.
Dea Tusha, Xanne Groot, Mithra Madhavan en Michael Zhang, vier honoursstudenten van de Utrecht School of Economics U.S.E., liepen vorig jaar stage bij het echtpaar in Cambodja. Zij hielpen het bedrijf onder meer met het opzetten van een professionele boekhouding en een ondernemersplan om via franchise-ondernemingen hun bedrijfsformule wereldwijd te verspreiden. De studenten kwamen zo enthousiast terug uit Azië dat zij dit mini-symposium organiseerden om ook andere studenten te inspireren om sociaal ondernemer te worden.
Voor het symposium nodigden zij niet alleen de eigenaren van FunkyJunk uit om over hun onderneming te praten, ook de ABN Amro (Erik Buckens), een ambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken (Jeroen Roodenburg) en een investeerder in sociaal ondernemingen (Martijn Blom) waren naar het Kromhoutterrein afgereisd. Zij gingen met elkaar in discussie over de dromen van sociaal ondernemers en hoe zij die samen kunnen realiseren.
Conclusie van de discussie is dat mensen met een sociaal hart zich wel moeten realiseren dat een onderneming niet alleen hard werken is voor een goed doel, maar dat zij ook echt geld moeten verdienen. Zo kent Martijn Blom een bedrijf dat bijna failliet was gegaan door zijn winstmarge aanzienlijk te verlagen. Toen het bedrijf met een onverwacht probleem te maken kreeg, kon dat nog maar net uit de reserve worden betaald.
Debbie Watkins wil niet dat haar klanten bij het zien van haar producten denken dat ze iets kopen wat de wereld beter maakt. “Ze moeten onze producten kopen, omdat ze die mooi vinden. Wij maken ons vervolgens wel druk over het milieu.” Inmiddels is ze steeds meer gegroeid in haar rol. Wanneer zij nu een nieuw probleem ziet op het sociale- of milieuvlak, bedenkt zij zichzelf 'met wat voor bedrijf zou ik dit probleem kunnen aanpakken’.
Tot slot sprak prinses Laurentien. Zij werkt al jaren in de duurzame hoek en is de oprichter van de Missing Chapter Foundation, die grote bedrijven ervan probeert te overtuigen om een meer sociale en duurzame koers te varen door het installeren van een Raad van Kinderen. Zij reageerde op de vraag die Xanne Groot het panel stelde: Hoe ziet de wereld van ondernemers er uit in 2050?
Jeroen Roodenburg van Buitenlandse Zaken denkt dat sociaal ondernemers dan tot de mainstream behoren en Erik Buckens van ABN Amro vermoedt dat er tegen die tijd weer een nieuwe avant garde is opgestaan om de wereld van ondernemers op te schudden.
De prinses hoopt dat het woord sociaal dan niet meer toegevoegd hoeft te worden aan het woord ondernemer. Zij vroeg zich verder af waarom de studenten haar – een 48 jaar oude vrouw – hadden uitgenodigd voor dit debat dat over de toekomst gaat. “Ik ben een product van een maatschappij die we proberen te veranderen. Spiegel je niet aan onze fouten. Ik beschouw mezelf wel als een sociaal ondernemer. Ik voel een grote verantwoordelijkheid om niet een verloren generatie te creëren.”
Een sociaal ondernemer of een goed leider kan volgens de prinses succesvol zijn als zijn of haar gedrag voldoet aan vier punten. Ten eerste is zijn drijfveer niet om er zelf beter van te worden, maar zet hij het doel voorop. Ten tweede laat hij ruimte voor anderen om te helpen. Ten derde bezit hij moed, want moed is nodig om een verschil te kunnen maken en ten vierde ben nederig. “Om succesvol te zijn, moet je kunnen reflecteren en daar past nederigheid bij.”
Tot slot gaf ze de studenten mee om niet bang te zijn om zelf de weg te vinden tot het doel dat ze zich stellen. Gebaande paden zijn er niet, je moet ze zelf maken, samen met anderen, want je kan het niet alleen. “But what ever you do, keep your energy. Do not grow up to become stale adults.”