Promovendi blijven voorlopig werknemers
Universiteiten zijn teleurgesteld, maar promovendi zijn opgelucht. Op het laatste moment besloot het kabinet om de student-promovendus geen plaats te geven in de wet op het hoger onderwijs.
Al sinds het midden van de jaren negentig doen universiteiten hun best om de werknemer-promovendus te veranderen in een promotiestudent. Dan hoeven ze geen salaris en werkgeverslasten meer te betalen, maar alleen een studiebeurs. Dat is veel goedkoper.
Keer op keer fluit de rechter hen terug. Promovendi verrichten arbeid en zij moeten daarom beschouwd worden als werknemers. Een rechtszaak tegen de Rijksuniversiteit Groningen loopt overigens nog.
Kijk naar het buitenland, zeggen de universiteiten. Daar zijn promotiestudenten heel gewoon. Waarom zouden we er in Nederland zo rigide over doen? We kunnen het promotiestelsel best iets flexibeler maken.
Het kabinet leek wel gevoelig voor dit pleidooi. Het wilde de ‘bursaal’ wettelijk mogelijk maken. Promovendi die geen onderwijs geven, zouden voortaan student mogen heten. Maar de Raad van State, die advies uitbrengt over wetsvoorstellen, veegde hier de vloer mee aan.
“Goedkoop is duurkoop”, waarschuwt de raad. De goedkope promotiestudent kon wel eens een “gevoelige daling” van het wetenschappelijke niveau tot gevolg hebben.
Want momenteel is het voor buitenlanders aantrekkelijk om in Nederland te promoveren, juist dankzij de werknemerstatus. Bedenk bovendien dat promovendi veel onderwijs geven in bacheloropleidingen, “waaronder de practica in de natuur- en scheikunde en in de biomedische wetenschappen”.
Ten slotte dreigt een tweedeling. “Instellingen die briljante studenten aan zich willen binden, zullen hen een plaats als werknemer-promovendus aanbieden en iets minder briljante studenten in het traject van promotiestudent plaatsen”, voorspelt de raad. “Ongewild zou er een onderscheid ontstaan tussen eersterangs en tweederangs promotietrajecten.”
Het kabinet trekt zich de kritiek aan. De universiteiten mogen voorlopig alleen experimenteren met promotiestudenten. Het is nog niet bekend wat voor experiment dat dan zou moeten zijn.
“Daarover gaan we met het ministerie in gesprek”, zegt een woordvoerder van universiteitenvereniging VSNU. De universiteiten zijn volgens hem teleurgesteld. “Het is niet onze bedoeling om de werknemer-promovendus af te schaffen. Als je goede buitenlandse promovendi wilt aantrekken, kun je die nog altijd de werknemerstatus bieden. We willen alleen meer flexibiliteit.”
“Ik weet ook niet hoe zo’n experiment eruit zou moeten zien”, zegt Sjoerd Keulen van de actiegroep Promovendus.org, die tegen de komst van de promotiestudent strijdt. “Er zijn allang promotiestudenten, bijvoorbeeld in Groningen. Daar zou je kunnen kijken wat de gevolgen zijn.”
Keulen promoveert waarschijnlijk nog dit jaar aan de Universiteit van Amsterdam op trends in politieke besluitvorming na de Tweede Wereldoorlog. Eigenlijk passen de ideeën over promotiestudenten niet in de huidige trend, meent hij. “In zorg en onderwijs gaat het steeds over de professional, die zelf het best weet wat hij moet doen. Managers zijn een soort boemannen. Maar in het geval van promovendi geldt dat kennelijk iets minder. We zijn wel blij dat de Raad van State de argumenten kent die wij al jaren gebruiken.”