PvdA-programma volgt lijn Bussemaker
De overstap van hbo naar wo moet goedkoper worden, schrijft de Partij van de Arbeid in haar nieuwe verkiezingsprogramma. Ook kunnen universiteiten straks verplicht worden om meer vrouwelijke hoogleraren aan te stellen.
De PvdA wil de komende jaren miljarden euro’s extra in het hele onderwijs steken, oplopend tot jaarlijks tien miljard in 2031. In het hoger onderwijs gebeurt dat met de opbrengst van het nieuwe leenstelsel. Het gisteren gepresenteerde verkiezingsprogramma is nadrukkelijk een concept. De nog te kiezen partijleider van de PvdA kan het programma enigszins aanpassen.
Er staan nu weinig zaken in die niet al eerder waren aangekondigd door PvdA-minister Bussemaker. Zo moeten er meer docenten bij in het hoger onderwijs, dat daarmee kleinschaliger wordt.
Schakelen
Nieuw is wel dat schakelprogramma’s tegen het normale collegegeldtarief mogen worden gevolgd. Nu zijn studenten tot anderhalf keer zoveel kwijt, een kleine drieduizend euro.
En wie geen universitair of hbo-diploma heeft, krijgt – hoe oud ook – het recht om minimaal een tweejarige hbo-opleiding (associate degree) te volgen tegen het normale collegegeld.
De partij staat nog altijd pal achter het afschaffen van de basisbeurs, maar wil negatieve effecten zo nodig bijstellen. Daarbij wordt vooral gelet op de positie van kinderen uit armere gezinnen en de doorstroom van mbo naar hbo. Studenten met een beperking krijgen als het aan de PvdA ligt extra compensatie bij “onvermijdbare studievertraging”.
Onderzoek
In het wetenschappelijk onderzoek is de Nationale Wetenschapsagenda leidend voor de PvdA. “Dat betekent dat fundamenteel, praktijkgericht (hbo) en toepassingsgericht onderzoek voortaan samen optrekken.” De sociaaldemocraten willen er meer geld voor vrijmaken.
Jonge onderzoekers moeten meer loopbaanmogelijkheden krijgen en “veel vaker” in vaste dienst komen. De publicatiedruk van wetenschappers moet omlaag: “Kwaliteit en niet kwantiteit is bepalend”, en “het geven van onderwijs is een zeker net zo belangrijke kerntaak”.
En als het aantal vrouwelijke hoogleraren niet snel toeneemt, wordt er een quotumregeling van dertig procent ingevoerd. Minister Bussemaker had hier al eerder mee gedreigd, maar zij noemde geen percentage.