Raad van State op de bres voor promotierecht hoogleraar
Sinds jaar en dag mogen alleen hoogleraren iemand tot doctor promoveren. De Raad van State levert kritiek op een wetsvoorstel dat daar verandering in moet aanbrengen.
Het kabinet kondigde dit voorjaar al aan dat het ius promovendi niet langer aan professoren voorbehouden blijft. Ook andere wetenschappers kunnen van hun universiteit de mogelijkheid krijgen om promovendi de doctorstitel te verlenen.
Dat moet het aantrekkelijker maken voor buitenlandse wetenschappers om naar Nederland te komen. Als zij promovendi begeleiden, mogen ze die straks ook tot doctor verheffen. Dat zou aansluiten bij internationale ontwikkelingen.
Maar de Raad van State heeft moeite met het voorstel. Wat zijn die internationale ontwikkelingen dan, zou de raad willen weten. En waarom zou dit eraan bijdragen dat Nederland aantrekkelijker wordt?
De voorgestelde uitbreiding van het promotierecht raakt bovendien aan de kern van de wettelijke verantwoordelijkheid van hoogleraren, aldus de raad. Niet voor niets bestaat een college voor promoties altijd uit hoogleraren. Bovendien is het voor universitair hoofddocenten al mogelijk om copromotor te zijn.
Het kabinet kijkt er anders tegenaan. Alleen het college voor promoties mag een promotor aanwijzen. Hoogleraren blijven dus een vinger aan de pols houden bij promoties. “Dat is een belangrijke waarborg”, aldus het kabinet. “Ook de voorgestelde uitbreiding van de kring van personen die als promotor kunnen optreden, is immers gebaseerd op het vertrouwen dat het college voor promoties bij uitstek deskundig is om te bepalen wie het meest geschikt is om een promotie te begeleiden.”
Met andere woorden, de wet maakt het voor zo’n college slechts mogelijk om iemand als promotor aan te wijzen die geen hoogleraar is. Dat hoeft volgens het kabinet geen verlies aan controle of kwaliteit te betekenen.
Het idee van deze uitbreiding is trouwens al oud. Voormalig topwetenschapper Ronald Plasterk kwam er zeven jaar geleden al mee toen hij minister van OCW was. Binnen de universiteiten lijkt het idee op weinig weerstand te stuiten, alleen al omdat er zoveel meer promovendi zijn dan vroeger.