Rechten stoot afdeling postacademisch onderwijs af
De afdeling Juridisch Postacademisch Onderwijs van de faculteit Recht, Economie, Bestuur & Organisatie wordt opgeheven. Hierdoor verdwijnt het werk van vijf mensen. Eén baan ‘verhuist’ binnen de faculteit.
De afdeling JPAO verzorgt het postacademisch onderwijs voor advocaten, notarissen en andere juristen. Ook ondersteunen de medewerkers van JPAO in samenwerking met Nijmegen de Law Firm School waar advocaat-stagiaires worden opgeleid. Een derde functie is het organiseren van masterclasses Notariaat, Europees Recht en Bouwrecht voor studenten. Bij JPAO werken zes mensen die samen 5,1 fulltime-eenheden (fte) bezetten.
De enige activiteit die op dit moment nog echt goed loopt is de masterclass. Deze activiteit verhuist – met medewerker – naar de afdeling Studentzaken. Het werk voor de Law Firm School stopt per 1 augustus. Ook zullen er per die datum geen postacademische cursussen meer worden aangeboden.
De samenwerking met Nijmegen voor de Law Firm School is sinds het nieuwe onderzoeksprofiel van Rechtsgeleerdheid slechts van administratieve aard. Er was een te groot verschil ontstaan tussen het profiel van de Law Firm School en dat van de Utrechtse opleiding. De administratieve taken worden overgedragen aan Nijmegen.
Voor het postacademisch onderwijs liep de belangstelling de laatste jaren terug. Onder meer doordat de afdeling meer concurrenten kreeg die vaak scherp geprijsde cursussen aanbieden. Van de tien tot twaalf cursussen die werden aangeboden gingen er vaak maar twee of drie door. Voor de rest was onvoldoende belangstelling.
De faculteit heeft daarom besloten de afdeling JPAO op te heffen. Van de zes medewerkers verliezen vijf hun baan. Van twee van hen loopt het contract binnenkort af en één medewerker vertrekt op vrijwillige basis. De twee overige medewerkers komen zeer waarschijnlijk elders binnen de faculteit te werken.
Het postacademisch onderwijs krijgt een nieuwe insteek. Een commissie onder leiding van Ige Dekker moet met een plan van aanpak komen. Uitgangspunten hiervoor zijn dat dit type onderwijs moet passen bij het – nieuwe- wetenschappelijke profiel van Rechtsgeleerdheid en dat er nieuwe, passende, doelgroepen gezocht moeten worden.