Uitspraak benadrukt eigen verantwoordelijkheid studenten
Rechter speelt geen Sinterklaas met aanvullende beurs
De student was misschien niet erg snel. Hij vroeg studiefinanciering aan per april 2011 en kreeg toen een basisbeurs en een lening. Ruim twee jaar later vroeg hij om een aanvullende beurs, die hij vanaf dat moment kreeg.
Na het behalen van zijn diploma ontving hij halverwege 2018 een bericht over de studieschuld die hij moest aflossen: 15,6 duizend euro. Het duurde wederom meer dan een jaar voordat hij in bezwaar ging. Hij had al meteen vanaf 2011 een aanvullende beurs moeten hebben, stelde hij.
De oud-student stapte naar de rechter en kreeg ongelijk. Zijn situatie was ook niet zielig genoeg voor de ‘hardheidsclausule’, meende de rechter. In hoger beroep is die uitspraak bevestigd, blijkt uit het vonnis dat nu is gepubliceerd.
Niet de enige
De redenering is interessant. De oud-student wilde naar eigen zeggen een aanvullende beurs aanvragen, maar de aanvraagprocedure was “dermate gebrekkig en/of onoverzichtelijk” dat hij per ongeluk de verkeerde keuze heeft aangevinkt.
Hij is de enige niet bij wie het misging. De oud-student verwijst naar een rapport van het Centraal Planbureau. Eén op de vier studenten die recht hebben op de aanvullende beurs, maakt er geen gebruik van. Tegelijkertijd sluit 41 procent van deze groep wél een lening af. Ze snijden zichzelf dus in de vingers.
Aan wie ligt dit? De student zegt in feite: als veel studenten de aanvullende beurs mislopen, kan dat niet alleen hun eigen schuld zijn. Het CPB-rapport oppert niet voor niets dat de voorlichting en het online aanvraagformulier verbeterd kunnen worden. De minister zou zelfs automatische toekenning kunnen overwegen, aldus het rapport.
Maar het CPB schrijft óók dat de aanvraag voor de meeste studenten een “eenvoudige procedure” is. Het gaat hooguit wat lastiger als de student geen contact meer heeft met zijn ouders, maar dat speelt hier niet.
Afweging
Het vonnis van de rechter gaat dus eigenlijk over deze afweging. Een flink deel van de studenten blijkt niet in staat om de aanvullende beurs aan te vragen, terwijl ze wel een lening nemen. Wie is juridisch gesproken verantwoordelijk voor deze onwenselijke situatie?
Dat zijn de studenten zelf, oordeelt de Centrale Raad van Beroep. Er is dus geen juridische bescherming van kwetsbare of lakse studenten. Die moeten zulke missers voor eigen rekening nemen.
Politiek gesproken ligt dat misschien anders. Minister Dijkgraaf wil het niet-gebruik van de aanvullende beurs terugdringen, heeft hij de Tweede Kamer verzekerd. Er komt standaard een vinkje bij de aanvraag van de aanvullende beurs. Je moet het dan wegklikken als je die niet wilt aanvragen. Dat komt in de wet te staan waarmee ook de basisbeurs weer wordt ingevoerd.
Automatische toekenning zou echter op bezwaren stuiten. De aanvullende beurs is, net als de basisbeurs, eigenlijk een lening. Als je niet binnen tien jaar een diploma behaalt, moet je hem terugbetalen. De overheid wil studenten niet automatisch met dat risico opzadelen. Verder speelt privacy een rol: de overheid zou dan van alle ouders het inkomen moeten inzien.