Rijksbegroting: nauwelijks extra geld voor hoger onderwijs
Universiteiten en hogescholen krijgen volgend jaar nauwelijks extra geld voor hun onderwijs, blijkt uit de Rijksbegroting voor 2015. Alleen voor wetenschap en innovatie tast het kabinet in de buidel.
Bij gebrek aan groot nieuws in haar onderwijsbegroting kondigt minister Jet Bussemaker aan dat ze in het najaar op tournee gaat. Ze noemt de steden die ze aandoet en de onderwerpen waarover ze met de aanwezigen zal praten: kwaliteit, internationalisering.
Haar onderwijsbegroting voor 2015 bevat weinig verrassingen, want die is vooral de weerslag van eerder gesloten akkoorden met oppositiepartijen, vakbonden en onderwijsinstellingen. Eigenlijk lag deze begroting al op straat, zelfs zonder dat hij gelekt is.
Zo werd dit voorjaar al duidelijk dat het afschaffen van de basisbeurs het hoger onderwijs voorlopig geen extra geld oplevert. Dat komt pas na een paar jaar, als oud-studenten hun schuld gaan aflossen. De komende drie jaar moeten universiteiten en hogescholen hun investeringen (200 miljoen euro per jaar) zelf voorschieten, maar daar zijn geen harde afspraken over gemaakt.
Enkele maanden eerder sloot het kabinet met oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP het zogenaamde Herfstakkoord, waarin universiteiten en hogescholen enkele miljoenen extra werd beloofd, maar die stijging is bescheiden.
Wel trokken deze ondertekenaars jaarlijks 100 miljoen euro extra uit voor innovatie: van dat bedrag is de helft bestemd voor de eigen bijdrage van universiteiten, hogescholen en bedrijven aan Europese innovatieprojecten (cofinanciering) en nog eens 25 miljoen voor de kosten die instellingen maken als een Europese subsidie iets te klein is. De laatste 25 miljoen gaat naar de ‘open competitie’ van onderzoeksfinancier NWO: de beste wetenschappers mogen er een gooi naar doen.
Verder krijgt D66 zijn zin en komt er een toekomstfonds. Daarin stort de overheid opbrengsten uit de aardgasbel, om daarmee te investeren in onderzoek en innovatie. Dit jaar krijgt het fonds 125 miljoen, volgend jaar 50 miljoen en nog eens 25 miljoen euro in 2016.
Een opvallende post, al is hij niet groot, is het experiment met flexibel deeltijdonderwijs. Daar maakt het kabinet in 2015 9 miljoen euro voor vrij. Het idee is dat deeltijdstudenten straks tegoedbonnen krijgen waarmee ze hun eigen onderwijs kunnen inkopen, ook bij niet bekostigde instellingen.
Studenten “gefrustreerd” over onderwijsbegroting
Studentenorganisaties zijn teleurgesteld in minister Bussemaker. “De minister wil de basisbeurs voor studenten afschaffen, maar investeert zelf geen euro extra in het hoger onderwijs”, aldus LSVb-voorzitter Tom Hoven.
De Landelijke Studenten Vakbond is gefrustreerd over de onderwijsbegroting van 2015, laat Hoven weten. Studenten die volgend jaar september aan hun opleiding beginnen, ontvangen geen basisbeurs meer en krijgen daar volgens hem niets voor terug.
Ook het Interstedelijk Studenten Overleg vraagt zich af waar de extra investeringen uit het leenstelsel gebleven zijn. “De kwaliteit van het hoger onderwijs vraagt niet alleen om investeringen van de student, maar juist ook van de overheid”, benadrukt ISO-voorzitter Falco Carelsz. “Momenteel is alleen duidelijk dat studenten meer moeten betalen, maar eerst moet helder zijn wat ze hier precies voor terug krijgen.”
Per september 2015 krijgen nieuwe studenten geen basisbeurs meer. Die maatregel levert op termijn bijna 800 miljoen op, maar het ministerie kan pas vanaf 2018 extra investeren in het hoger onderwijs. Met hogescholen en universiteiten is afgesproken dat zij tot die tijd jaarlijks 200 miljoen euro voorschieten.