Samenwerking met Eindhoven krijgt kleur
Geef de wetenschappers de ruimte om samen te werken op gebied van onderzoek en onderwijs. Dat was het idee van de strategische alliantie tussen de universiteiten van Eindhoven en Utrecht en het Universitair Medisch Centrum. Na een jaar begint die samenwerking kleur te krijgen.
Fusie werkt niet, samenwerking van universiteiten moet van de werkvloer komen. Dat was de expliciete boodschap van Renk Roborgh, de hoogste ambtenaar op het gebied van hoger onderwijs namens staatssecretaris Halbe Zijlstra. Hij zei dat tijdens een klein feestje donderdag 22 maart naar aanleiding van het eenjarig bestaan van de strategische alliantie tussen de universiteiten van Eindhoven en Utrecht en het Universitair Medisch Centrum Utrecht.
Voor het feestje was heel wat uit de kast gehaald. Niet alleen de beide colleges van bestuur en tophoogleraren zaten in de zaal, ook de beide burgemeesters gaven acte de presence. “Eindhoven is de slimste regio, Utrecht de best opgeleide”, zei burgemeester Aleid Wolfsen gevat. “Het science park is de kraamkamer voor innovatie en daar profiteert de stad van. Samen met Eindhoven is er een wereld te winnen.” Zijn Eindhovense collega Rob van Gijzel zag dat breder. “Nederland is te klein voor concurrentie. Wij moeten veel meer samenwerken. Niet alleen tussen Utrecht en Eindhoven, we moeten daar meer steden bij betrekken.”
Hij wierp de wetenschappers voor de voeten dat ze vaak prachtige uitvindingen hebben, en dan wachten op een Amerikaans bedrijf dat het gaat vermarkten. “Waarom zouden we dat niet zelf kunnen doen?”, vroeg hij zich retorisch af. Ook daar zouden de beide steden een rol van betekenis kunnen spelen.
Zo ver is het nog niet. Utrecht en Eindhoven hebben gekozen voor een alliantie die vooral de bestaande samenwerkingsverbanden stimuleert. Tijdens de bijeenkomst gaven enkele wetenschappers aan wat dat in de praktijk betekent voor onderzoek en onderwijs. Hiermee kreeg de samenwerking een beetje kleur. “Geen bureaucratische poespas, maar concrete activiteiten staan aan de basis van de alliantie”, onderstreepte de collegevoorzitter Yvonne van Rooy en had Arno Peels eerder al in een DUB interview gezegd.
Een voorbeeld van de wetenschappelijke samenwerking zit in de techniek van de imaging. Hoogleraar Peter Luijten van het UMCU liet zien hoe de MRI wordt ingezet om ziekteprocessen op te sporen. Het kan bloedvaten onderzoeken om op een snelle en efficiënte wijze de kwaal te identificeren en een behandelingsplan te maken. Bij het kankeronderzoek kunnen de technieken van imaging bijdragen tot genezing. “Doel is om patiënten beter te helpen waarbij ze korter in het ziekenhuis hoeven te blijven.” Op die manier kan deze techniek op den duur kostenbesparing opleveren. De samenwerking met Eindhoven zit in de toepassing van techniek op het geneeskundig onderzoek.
In het verlengde daarvan is ook de samenwerking met Philips, wat binnenkort officieel bekrachtigd zal worden. Philips geeft ruimte aan de ontwikkeling van dit onderzoeksapparatuur om de diagnose te versnellen en de behandeling te verbeteren.
Ook op het gebied van onderwijs is al vooruitgang geboekt. Hoogleraar Frank Baaijens uit Eindhoven deed uit de doeken hoe de komende jaren twee gezamenlijke masters van start zullen gaan. In beide gevallen gaat het in de master om het samenbrengen van technologie, biologie en geneeskunde. Dat gebeurt in de vierjarige master Summa-T , een selectieve medische master met een sterke technologische component. Deze zal in 2013 starten. Daarnaast een regeneratieve medische en technologische master van twee jaar die sterk op het regeneratief onderzoek gericht zal zijn. Deze begint al in 2012.
Op onderwijsgebied zullen studenten steeds vaker kunnen snuffelen bij opleidingen van de andere universiteit. Om dat te stimuleren konden studenten van beide universiteiten een voorstel indienen voor een bachelor- of masterthesis waarin die samenwerking inhoudelijk en praktisch handen en voeten krijgt. In totaal kwamen er 16 voorstellen voor deze Science and Technology Student Award (STSA), die juryvoorzitter Anthonie Meijers van hoog niveau vond.
De Utrechtse chemicus Bart Saes schreef het beste voorstel voor een bachelorthesis.Hij heeft een voorstel ontwikkeld dat het toe mogelijk moet maken om beter dan tot nog het geval is biomassa te gebruiken als grondstof voor de chemische industrie. In zijn project wil hij aansluiten bij een lopend onderzoeksproject in Utrecht, maar wil tegelijkertijd in Eindhoven theoretische berekeningen op het gebied van conversie.
De Eindhovense Marloes Marteijn, masterstudent Biomedical Engineering aan de TU/e, heeft gewonnen. Kern van haar idee is dat cellen die in een hart worden getransplanteerd, van een label kunnen worden voorzien met een contrast agent. Hierdoor kan de acceptatie of afstoting via MRI gedetailleerd gevolgd worden.
Beide winnaars kregen een oorkonde en 2500 euro.