Schakelstudenten: gun je die studiefinanciering?
Steeds minder hbo’ers gaan een master volgen aan de universiteit. Een van de oorzaken is dat honderden schakelstudenten studiefinanciering en een ov-kaart mislopen. Dat kan best anders, denken sommige universiteiten.
De Kamer wilde deze week van minister Bussemaker weten waarom er tegenwoordig veel minder hbo’ers doorstromen naar de universiteit. Komt het misschien omdat de overstap te duur is geworden?
Hbo’ers moeten eerst hun kennis en vaardigheden bijspijkeren voordat ze een master mogen volgen aan de universiteit. Dat doen ze in een schakelprogramma (of: premaster). Tijdens zo’n schakelprogramma mogen sommige studenten wel bij DUO lenen en andere niet. Dat lijkt een administratieve kwestie: de een staat formeel ingeschreven als bachelorstudent, de ander als ‘deelnemer aan contractonderwijs’.
Minister Bussemaker kon de Tweede Kamer nog niet vertellen hoeveel invloed dat heeft. Over de positie en problemen van schakelstudenten is maar weinig bekend. Een onderzoek dat volgende maand verschijnt moet meer duidelijkheid bieden.
Een rondgang van het HOP leert dat een deel van de bevraagde universiteiten best oog heeft voor de financiële positie van schakel- of premasterstudenten. “Premasterstudenten geven de voorkeur aan een inschrijving als student”, zegt bijvoorbeeld een woordvoerder van de Universiteit Utrecht.
Contractant
Daarom schrijft Utrecht ze bijna allemaal als gewone studenten in. De enige uitzondering is de premaster klinische gezondheidswetenschappen, die geen bijbehorende bachelor heeft. Die schakelstudenten zijn daar toch ‘contractant’.
De Radboud Universiteit Nijmegen heeft ook één programma waar schakelstudenten nog als contractant te boek staan. Dat gaat volgend studiejaar veranderen, laat de universiteit weten, onder meer vanwege de studiefinanciering en de rechten van de studenten. “We willen deze groep niet anders benaderen dan de overige studenten.”
Zo denkt ook de Vrije Universiteit erover. “Voor premasterstudenten kan het inderdaad wenselijk zijn in deze studieperiode ook rechten bij DUO te hebben”, zegt een woordvoerder. De Universiteit Twente schrijft hbo-schakelaars eveneens als bachelorstudent in “omdat ze dan net als andere studenten recht hebben op een studielening en een ov-kaart”.
Maatwerk
Maar bij de Universiteit Maastricht gaat het anders. Enkele tientallen premasterstudenten zijn daar contractstudent. Het onderwijs aan die studenten is namelijk ‘maatwerk’, aldus een woordvoerder. “Maatwerk past het beste in de vorm van contractonderwijs; het past niet bij een inschrijving voor een bepaald specifiek bachelorprogramma met een vaste inhoud.”
Er zijn geen landelijke regels die dit verbieden: het mag allemaal. De Onderwijsinspectie bevestigde in 2015 dat universiteiten twee mogelijkheden hebben en er ook verschillend mee omgaan. Bij twee universiteiten zijn alle schakelstudenten contractant, bij acht andere wisselt het.
Aparte status?
Een oplossing zou kunnen zijn om de schakelstudenten een aparte status te geven in de wet. Dan komt misschien ook eens op papier hoeveel schakelstudenten er nu eigenlijk zijn en hoeveel er uiteindelijk aan een masteropleiding beginnen. Nu is dat nauwelijks terug te vinden in de overheidsdata voor het hoger onderwijs. Een educated guess is het hoogst haalbare.
Misschien kunnen de schakelstudenten inderdaad een plek krijgen in de wet, zeggen de meeste universiteiten die antwoord gaven op vragen van het HOP. Dan kan de overheid die studenten misschien ook gewoon bekostigen, want dat gebeurt nu niet en maakt de schakelprogramma’s duur. De universiteiten mogen er ook geen hoog collegegeld meer voor vragen (maximaal anderhalf keer het gewone collegegeld voor één jaar).
Maar het klinkt eenvoudiger dan het is. “Een formele status kan ook restricties met zich meebrengen die het maatwerk en de flexibiliteit in het gedrang brengen die (internationale) studenten nodig hebben”, waarschuwt Maastricht. “Een formele status zou zowel voor Nederlandse hbo-instromers moeten openstaan, maar ook voor internationale studenten met variërende achtergronden.”
Tilburg University ziet het daarom niet zitten: “Nee, het is niet wenselijk om nog een extra categorie in het leven te roepen.” Het is volgens deze universiteit makkelijk genoeg om deze studenten van de rest te onderscheiden.