Slachting bij geesteswetenschappen: één op acht opleidingen onvoldoende
Maar liefst 26 opleidingen in de geesteswetenschappen zijn afgekeurd door onderwijskeurmeester NVAO. Als ze zich niet binnen twee jaar herpakken, moeten ze hun deuren sluiten. In Utrecht gaat het om vier opleidingen.
Het zijn harde cijfers. Eén op de drie opleidingen geschiedenis – bachelor én master – heeft een onvoldoende gekregen. Hetzelfde geldt voor één op de vier mediastudies en één op de zes opleidingen kunst & cultuur.
In Utrecht zijn de bachelors Communicatie- & Informatiewetenschappen, Geschiedenis en Keltisch en de master Mediastudies vooralsnog niet in orde bevonden.
De uitkomst is zo ernstig dat onderwijskeurmeester NVAO aan de bel trekt. Normaal gesproken velt de NVAO zijn oordeel over opleidingen in alle stilte en zet de rapporten ergens op haar website. Nu treedt de NVAO ermee naar buiten.
Het nieuws was in Utrecht al wel bekend. Vicedecaan van Geesteswetenschappen Bert van den Brink vertelde eind vorig jaar al op DUB dat er onvoldoendes waren en wat de faculteit daaraan ging doen.
In Maastricht, waar de hardste klappen vallen, zijn zes van de zeven opleidingen afgekeurd. Utrecht, Groningen en de Universiteit van Amsterdam krijgen allemaal vier onvoldoendes, maar die hebben veel meer geesteswetenschappelijke opleidingen in huis.
Het lag niet aan de deskundigen die de opleidingen moesten doorlichten, onderstreept de NVAO. De rapporten van de beoordelingscommissies waren goed. “De commissies hebben het omvangrijke cluster met precisie en met gevoel voor de eigenheid van de opleidingen beoordeeld.”
Het probleem zit vooral in het eindniveau. De commissies namen steeds een steekproef uit de scripties van opleidingen. Als ze daarin vreemde beoordelingen tegenkwamen, vroegen ze meer scripties op. De opleidingen stellen allemaal verschillende eisen aan het eindwerkstuk en daar hielden de commissieleden volgens de NVAO rekening mee, maar de scripties moesten wel van academisch niveau zijn.
Er zijn een paar verklaringen voor de slechte prestaties van de geesteswetenschappen, meent de NVAO. Veel losse masteropleidingen zijn de afgelopen jaren samengevoegd tot bredere opleidingen en dat ging niet altijd probleemloos. Vaak gaan de oude opleidingen gewoon door als afstudeerrichting, zonder samenhang met de rest van de opleiding.
Verder komen de geesteswetenschappers soms tijd te kort doordat ze steeds meer aandacht aan onderzoek moeten schenken, naar voorbeeld van de succesvolle bètawetenschappers en medisch onderzoekers. “De gevolgen van deze ontwikkelingen zijn in de beoordelingen terug te vinden. De werkdruk is in veel opleidingen hoog en vooral bij de grootschalige opleidingen leidt dat tot minder inzet voor onderwijs of de begeleiding van afstuderende studenten.”
Maar soms lijkt het ook slordigheid. Zo moesten examencommissies zich sinds 2011 meer bemoeien met de bewaking van de afstudeerkwaliteit, maar daar hebben ze lang niet allemaal werk van gemaakt. Aan sommige opleidingen waren ze er nog maar net mee begonnen.
De Utrechtse decaan Geesteswetenschappen Wiljan van den Akker wil niets afdoen aan de conclusie van de commissies dat sommige scripties niet voldoen aan de minimumeisen. Daarom heeft zijn faculteit ook maatregelen genomen. Wel vindt hij het jammer dat de alfastudies nu enigszins de dupe lijken te worden van het feit dat zij als eerste beoordeeld zijn aan de hand van een nieuwe visitatieprocedure die sinds 2011 van kracht is, zo vertelt hij DUB in een interview.
Die nieuwe werkwijze maakt het voor het eerst mogelijk dat opleidingen nu een herstelperiode krijgen. Commissies hebben klaarblijkelijk ruimschoots gebruik gemaakt van die mogelijkheid. “Op zich is daar helemaal niets mis mee, maar het is vooral jammer dat de term ‘onvoldoende’ wordt gebruikt. Het is veel meer een herkansing of een aangehouden advies.”
De NVAO wil blijven meepraten over de kwaliteit van het onderwijs in de geesteswetenschappen, schrijft de keurmeester. Maar de opleidingen moeten het uiteindelijk zelf doen: ze gaan een herstelperiode van één of twee jaar in om hun onvoldoendes weg te werken. De komende jaren zal de NVAO beoordelen of ze daarin zijn geslaagd.
Er waren ook 21 opleidingen die juist boven de rest uitstaken en als ‘goed’ zijn beoordeeld. De meeste daarvan heeft de Universiteit Leiden in huis, maar ook de twee Amsterdamse universiteiten hebben er elk vier, net als de Rijksuniversiteit Groningen. De overige twee zijn van de Universiteit Utrecht, te weten Taalwetenschap en Literatuurwetenschap.